2.1 Incidentele financiële risico’s
A. Grote projecten, niet zijnde grondexploitatie
De gemeente heeft een aantal grote projecten in voorbereiding en uitvoering. Wij informeren u kort over de stand van zaken. Hieruit blijkt dat de eenmalige risico’s die we op dit moment voorzien binnen de projecten zijn gedekt. Risico’s als gevolg van prijsstijgingen schatten we in op € 0,5 miljoen.
Spoorzone/Ontsluiting Heinz
Het project Spoorzone is afgerond. Voor dit project zijn geen risico’s meer aanwezig. Door de lagere uitvoeringskosten en de daaruit vloeiende lagere subsidies bedraagt het gemeentelijk aandeel € 2,8 miljoen. (Van het ministerie van I&M dienen wij de toegezegde definitieve vaststellingsbeschikking voor de SPODO subsidie nog te ontvangen). Er was begroot een aandeel van € 5,5 miljoen. Het voordelige saldo van dit project ad € 2,7 miljoen zal (cf. raadsbesluit 19rb000154 3-12-2019) als dekkingsmiddel worden ingezet voor het project Verbeteren infrastructuur Elst Noord.
Verbeteren infrastructuur Elst Noord
De infrastructuur (spoorkruisingen) Elst Noord bevat naast de onderdoorgang Rijksweg-Noord tevens het viaduct en de fietsverbinding 1e Weteringsewal en de flankerende maatregelen. De kosten voor het totale project zijn geraamd op € 28,1 miljoen. Deze kosten worden voor een deel gedekt uit bijdragen van Prorail, ministerie van I&M, de provincie en Park Lingezegen. Door de extra bijdragen van de provincie en het ministerie van I&M die afgelopen jaar zijn toegekend en de bijdrage vanuit het project Spoorzone kan het project binnen het toegekende krediet van € 6,55 miljoen worden gerealiseerd.
Ontsluiting Park 15
Overbetuwe draagt in financiële zin bij aan een goede verkeerskundige ontsluiting van Park 15. Met de ontwikkelaar is in 2019 overeenstemming bereikt over een 2e Addendum op de Samenwerkingsovereenkomst. Deze is begin 2020 gesloten. Hierin zijn afspraken gemaakt over de bijdrage vanuit Park 15. Voor de dekking van het gemeentelijk aandeel is een bestemmingsreserve afslag 38 gevormd ter grootte van € 4,5 miljoen waarvan momenteel nog € 3,14 miljoen na bijdrage van Park 15 beschikbaar is. Deze middelen worden ingezet ter dekking van de kosten volgende fase Afslag 38.
Knoop 38
Het speerpunt knoop 38 bestaat uit de volgende deelprojecten:
- Railterminal Gelderland (RTG)
- Gebiedsmaatregelen Knoop 38
- Afslag 38
Railterminal Gelderland (RTG)
Voor het faciliteren van de Railterminal Gelderland (RTG) is voor de jaren 2018 en 2019 een bedrag van € 75.000 beschikbaar gesteld. Het gaat hierbij alleen om proceskosten (uren en advies). Voor 2020 en volgende jaren zal een nieuw krediet worden aangevraagd. Onderdeel van het project vormt de aanvullende aankoopregeling die per amendement door de gemeenteraad is aangenomen (24 oktober 2017). Dit amendement wordt momenteel uitgewerkt en het benodigde krediet zal te zijner tijd bij de gemeenteraad worden aangevraagd. Er wordt op dit moment geen aparte risicopost opgenomen in deze paragraaf.
Gebiedsmaatregelen Knoop 38
De gebiedsmaatregelen worden door de gemeente gerealiseerd met een door de provincie Gelderland beschikbaar gesteld budget (€ 4,5 miljoen). Bij de keuze van de uit te voeren maatregelen is het beschikbare budget een harde randvoorwaarde. Er wordt op dit moment geen aparte risicopost opgenomen in deze paragraaf.
Afslag 38
De totale kosten van afslag 38 zijn sterk afhankelijk van de te kiezen scope van het project. Daarover worden in 2020 naar verwachting definitieve afspraken gemaakt met de gemeente Nijmegen, Rijkswaterstaat en de Provincie Gelderland. Vanuit de gemeente Overbetuwe resteert nog een restant bestemmingsreserve van (afgerond) € 2,2 miljoen en er komt vanuit Park 15 een bijdrage van € 0,9 miljoen (tezamen € 3,14 miljoen). Indien meer middelen moeten worden besteed, zal hiervoor een voorstel aan de Raad worden gedaan.
De gesprekken over de totale dekking van afslag 38 zijn in volle gang. De totale kosten zijn afhankelijk van de scope van het project, maar zijn tot op heden niet volledig gedekt. Onvolledige dekking van het project door de betrokken partijen kan leiden tot uitstel van de aanpassing van de afslag. Een duiding van het financiële risico kan op dit moment niet worden gegeven.
Land van Tap
In 2015 en 2018 zijn door de gemeente de gronden voor het “Land van Tap” aangekocht. Op dit moment is er nog geen inzicht in het ontwikkelprogramma. Volgens de BBV regels zijn de gronden eind 2019 getaxeerd naar huidige bestemming en bedraagt de taxatiewaarde ca € 1,1 mln. lager dan de aankoopwaarde. In de jaarrekening 2019 is de boekwaarde met ca. € 1,1 mln. verlaagd.
Schil Zetten Hemmen
Als onderdeel van een landschappelijke bufferzone met daarbij de realisatie van een algemene begraafplaats in Zetten is een krediet € 350.000 beschikbaar. Begin 2020 is het bestemmingsplan door een uitspraak van de Raad van State onherroepelijk geworden en zal in 2020 gestart worden met de realisatie. Op basis van het huidige inzicht kan het project worden uitgevoerd binnen het beschikbaar gestelde krediet.
De Danenberg
Voor de ontwikkeling van landschapspark de Danenberg zijn gemeentelijke bijdragen beschikbaar gesteld van totaal € 3,4 mln.(incl. € 1,3 mln. voor de aankoop van de gronden voor het Middengebied). De komende periode wordt dit project met de partners nader uitgewerkt en wordt bezien of het project haalbaar is binnen dit taakstellende budget.
MFC Valburg
De raad heeft op 26 februari 2019 het krediet vanwege sterk gestegen bouwkosten en duurzaamheidsmaatregelen verhoogd met € 715.000. In mei 2019 zijn diverse overeenkomsten gesloten met de gemeente, de stichting MFC Valburg en de eigenaar van het Wapen van Valburg. Begin 2020 is de aanbestedingsprocedure afgerond en verwacht wordt dat er in 2020 wordt gestart met de bouw. In overleg met de dorpsraad Valburg en bewoners wordt een inrichtingsplan Molenhoekplein opgesteld waardoor ruimtelijk en functioneel het MFC Valburg en het Molenhoekplein één geheel wordt. Voor deze extra kosten zal een subsidie ‘SteenGoed benutten’ van de provincie Gelderland worden aangevraagd.
MFC Herveld
Met de vereniging ‘Ons Dorpshuis’ heeft de gemeente begin 2019 overeenkomsten gesloten. De aanbestedingsprocedure is afgerond. In februari 2020 is gestart met de bouw. Voor de inrichting van het Jupiterplein is een inrichtingsplan vastgesteld en hiervoor is een subsidie ‘SteenGoed benutten’ van de provincie Gelderland ad. € 500.000 toegekend.
MFA Randwijk
Eind 2018 heeft de raad het beschikbare budget opgehoogd (van € 1,8 naar € 2,1 miljoen). Dit vanwege de sterk gestegen bouwkosten en de te treffen duurzaamheidsmaatregelen. De bouw van het MFA Randwijk is in 2019 gestart en zal in 2020 worden afgerond.
Voor de bovengenoemde multifunctionele accommodaties vindt momenteel een onderzoek plaats naar de fiscale toepassing van de BTW op multifunctionele en sportaccommodaties. Er is een risico aanwezig dat de gemeente de BTW last niet volledig gecompenseerd zal krijgen. Een lagere bijdrage zal een nadelig effect hebben op het beschikbaar gestelde krediet.
Huisvesting OBC
In 2017 is besloten dat de nieuwbouw voor het OBC zal plaatsvinden op de locatie De Vinkenhof te Elst. Voor de realisatie van de nieuwbouw inclusief de 1e inrichting en de gymzaal was in totaal een krediet beschikbaar gesteld van € 9,2 mln. Door de gestegen bouwkosten is in de begroting 2020 een extra krediet opgenomen van € 3.116.000. Hierdoor zijn er voldoende dekkingsmiddelen aanwezig. De oplevering van het schoolgebouw staat gepland in de zomer van 2021.
Knoop 38
Voor het proces Knoop 38 is voor de jaren 2018 en 2019 een bedrag van € 75.000 beschikbaar gesteld. Het gaat hierbij alleen om proceskosten (uren en advies). Voor 2020 en volgende jaren zal een nieuw krediet worden aangevraagd. Onderdeel van het project vormt de aanvullende aankoopregeling die per amendement door de gemeenteraad is aangenomen (24 oktober 2017). Dit amendement wordt momenteel uitgewerkt en het benodigde krediet zal te zijner tijd bij de gemeenteraad worden aangevraagd. Er wordt op dit moment geen aparte risicopost opgenomen in deze paragraaf.
Gebiedsmaatregelen Knoop 38
De gebiedsmaatregelen worden door de gemeente gerealiseerd met een door de provincie Gelderland beschikbaar gesteld budget (4,5 miljoen). Bij de keuze van de uit te voeren maatregelen is het beschikbare budget een harde randvoorwaarde. Er wordt op dit moment geen aparte risicopost opgenomen in deze paragraaf.
Gemeentehuis
Het jaar 2019 heeft volop in het teken gestaan van het daadwerkelijk ver/nieuwbouwen van het gemeentehuis. Het afgelopen jaar heeft nadere optimalisatie van het ontwerp ook tot financiële plussen en minnen geleid. De verwachting is dat we het project nagenoeg budgetneutraal af kunnen ronden. Nadere informatie is opgenomen bij Programma 9 (speerpunt 47) van deze jaarstukken.
B. Grondexploitatie algemeen
Risicoanalyse
Voor de grondcomplexen wordt elk jaar een gewogen risicoanalyse opgesteld. De gewogen risicobedragen per 1-1-2020 van de actieve en passieve (in exploitatie en nog in exploitatie te nemen) complexen over de periode 2020-2025 bedragen in totaal afgerond € 1,3 miljoen. Voor dit bedrag wordt met ingang van 2016 geen afzonderlijke voorziening meer opgenomen. Tijdens het boekjaar monitoren wij de risico’s van de grondexploitaties.
Ruimtelijke initiatieven en passieve grondcomplexen
De gemeente faciliteert een aantal ruimtelijke initiatieven en passieve grondcomplexen die voor rekening van initiatief nemende partijen worden uitgevoerd. We noemen het een passief grondcomplex als er een overdracht van nieuwe openbare ruimte naar de gemeente plaats vindt. Het uitgangspunt bij al deze projecten is dat de gemeentelijke kosten bij de initiatiefnemer worden verhaald. Hiervoor worden privaatrechtelijke afspraken gemaakt en zekerheden in de vorm van een bankgarantie of concerngarantie gevraagd. Voor het deel van de kosten dat mogelijk niet verhaald kan worden wordt jaarlijks een voorziening gevormd of deze kosten worden afgeboekt.
Regionaal Programma Werklocaties regio Arnhem Nijmegen (RPW)
In de regio Arnhem Nijmegen is al geruime tijd sprake van overaanbod van bedrijfsterreinen, kantoren en perifere detailhandel. Het bestaande, deels verouderde en deels versnipperde aanbod, staan gewenste en nieuwe ontwikkeling in de weg. De regio kan dit uitsluitend oplossen door in onderlinge samenwerking dit overaanbod terug te brengen. De provincie Gelderland heeft de regiogemeenten de ruimte geboden om deze oplossing gezamenlijk uit te werken. In 2015 is de regio hiermee aan de slag gegaan en gezamenlijk is toegewerkt naar een definitief RPW. Het definitieve RPW is in oktober 2017 aangeboden aan de gemeenten. De raad heeft ingestemd met het RPW. In februari 2018 hebben de Gedeputeerde Staten het RPW vastgesteld.
Overbetuwe mag 5,2 hectare lokale bedrijventerreinen hebben. In de ruimtelijke uitwerking van de provincie Gelderland van 4 juni 2019 (vastgesteld door het college van Gedeputeerde Staten) staat dat er in Overbetuwe een voorraad van lokale bedrijventerreinen is van 7,03 ha., dit betekent een overaanbod van 1,83 ha. Op bedrijventerrein de Merm is 1,83 ha. aan bedrijfskavels voorzienbaar gemaakt. Dat betekent dat indien er minder dan 1,83 hectare is verkocht/uitgegeven aan lokale bedrijventerreinen voor 1 januari 2021 dat op de aangewezen kavels (de Merm) de ‘harde’ plancapaciteit (deels) geschrapt moet worden. Dit kan leiden tot een kostenpost voor de gemeente Overbetuwe. Het mogelijke verlies moet in 2021 (na de gevolgde procedure voor transformatie) genomen worden.
Overbetuwe heeft op 1 februari 2020 een overschot van 0,99 hectare aan lokale bedrijventerreinen. Dit zou maximaal een kostenpost zijn van afgerond € 1 miljoen. Kijkend naar de uitgifte van bedrijventerreinen de afgelopen twee jaar dan is de verwachting dat er in gemeente Overbetuwe per 1 januari 2021 minder dan 5,2 ha. aan voorraad van lokale bedrijventerrein is en dat er geen harde plancapaciteit geschrapt dient te worden.
Nog te realiseren opbrengsten grondverkoop
De administratieve voorschriften (BBV – Besluit Begroting en Verantwoording) zijn met ingang van het boekjaar 2016 op enkele onderdelen gewijzigd. Dit betreft onder andere het aspect tussentijdse winstneming bij complexen grondexploitatie. Winsten moeten als gerealiseerd worden beschouwd indien en voor zover het resultaat op de grondexploitatie betrouwbaar kan worden ingeschat.
De hoogte van deze verplichte winstneming- volgens de zogenaamde POC-methode (percentage of completion) – is gerelateerd aan het feit dat nagenoeg alle kosten zijn gemaakt, opbrengsten een gelijkmatig verloop hebben en er geen signalen van onzekerheden zijn. Dit neemt echter niet weg dat deze opbrengsten nog gerealiseerd moeten worden; de betreffende gronden zijn nog niet verkocht.
In de begroting 2019 was een risicobedrag geraamd van € 2,2 mln. voor nog te realiseren opbrengsten. Inmiddels zijn de grondverkopen gerealiseerd of is er een verkoopovereenkomst gesloten en is er geen sprake meer van een risico.
Woningbouwprioritering
Sinds 2017 hebben we een nieuwe manier van sturen en programmeren van woningbouw. We sturen als gemeente nu op realisatie en kiezen op basis van kwaliteit. De nieuwe systematiek en bijbehorend afwegingskader bieden meer duidelijkheid over de eventuele financiële gevolgen en/of risico’s voor de gemeente in actieve complexen (een zeer beperkt deel van het totaal van plannen). Voor een nadere toelichting op de projectrisico’s wordt verwezen naar het projectenboek.
C. Overige risico’s
Garantieverplichtingen
|
x € 1 miljoen |
Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)
|
40,4
|
Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)
|
126,5
|
Stichting Waarborgfonds Sport (SWS)
|
0,2
|
Particulieren (voormalige gemeentegaranties)
|
14,6
|
Overige garanties en borgstellingen
|
1,2
|
Totaal (per 31-12-2019)
|
182,9
|
Het totaalbedrag aan garanties is ten opzichte van de laatst opgestelde paragraaf (bij de begroting 2020) afgenomen met afgerond € 7,4 miljoen, voornamelijk door afname van het totaalbedrag van garanties van de onderdelen WSW en overige garanties.
Het overgrote deel van de garanties heeft betrekking op garanties voor eigen woningen. Voor garanties vanaf 1-1-2011 loopt de gemeente hiervoor geen concreet risico meer. Dat geldt ook voor de garanties aan particulieren, waarvoor het risico in het verleden is afgekocht.
Voor de overige garanties loopt de gemeente een secundair of tertiair risico. Dat betekent dat de gemeente pas in tweede of in derde instantie wordt aangesproken. Het is nog steeds verantwoord er vanuit te gaan dat er in de voor ons liggende jaren geen substantieel beroep zal worden gedaan op de door de gemeente verstrekte garanties of afgegeven achtervang.
Brandbestrijding, hulpverlening bij rampen, opruiming explosieven
In het geval van incidenten op “rampschaal” kan de gemeente worden geconfronteerd met flinke financiële aanspraken. Daarbij moet worden gedacht aan herstelwerkzaamheden, opvang, begeleiding en compensatie van schade. Verder kan het bij grondwerkzaamheden noodzakelijk zijn om oude explosieven op te ruimen. Bij nieuwe projecten, waarbij deze kans bestaat, wordt al zoveel mogelijk een kostenraming opgenomen en worden kosten, waar mogelijk doorbelast aan projectontwikkelaars, e.d. Ook kan de gemeente een deel van de kosten (70%) bij het rijk declareren. Een deel van de kosten blijft echter voor rekening van de gemeente en hiervoor is geen bestemmingsreserve meer beschikbaar. Eventuele kosten van de beschreven onderdelen kunnen in eerste instantie worden opgevangen met de algemene post van € 5 miljoen (zie totaaloverzicht).
Juridische procedures ruimtelijke plannen e.d.
De mogelijkheid bestaat dat aan de algemene reserve middelen moeten worden onttrokken om één of meerdere langslepende (ruimtelijke) kwesties voor de gemeente tot een goed eind te kunnen brengen. Hiervoor nemen wij een risicobedrag op van € 0,5 miljoen.
Opvang tekorten jaarrekening en verbonden partijen
De gemeente heeft geen afzonderlijke bestemmingsreserve om eventuele rekeningstekorten op te vangen. Ook kan het zijn dat er zich bij de grote projecten in de toekomst toch nog onverwachte aanvullende tekorten voordoen, ondanks de getroffen voorzieningen en ingeschatte risico’s in deze paragraaf.
Als deelnemer aan een verbonden partij zijn we verantwoordelijk voor de financiële risico's van deze partij. Inzicht in de risico's van een verbonden partij en sturing op de beheersing van deze risico's wordt daarom steeds belangrijker.
Voor het onderdeel tekorten jaarrekening en verbonden partijen nemen we een risicobedrag op van € 5 miljoen.
Recapitulatie incidentele financiële risico’s
x € 1 miljoen
A. Prijsstijgingen grote projecten, niet zijnde grondexploitatie |
0,5 |
|
|
B. Grondexploitatie algemeen |
|
Gewogen risicoanalyse |
1,3 |
RPW (Regionaal Programma Werklocaties) |
1,0 |
|
|
C. Overige risico’s |
|
Juridische procedures |
0,5 |
Algemene stelpost rekeningstekort, e.d. |
5,0 |
Totaal eenmalige financiële risico’s |
8,3 |
De incidentele risico’s zijn met € 1,1 miljoen afgenomen t.o.v. de vorige paragraaf (Programmabegroting 2020). Dit komt door een lagere gewogen risicoanalyse (van € 1,5 naar € 1,3 miljoen) en de nog te realiseren opbrengsten grondverkoop (was € 900K en nu nihil).
2.2 Conclusie incidentele weerstandsvermogen
Op 20 februari 2018 heeft de raad de ‘Nota risicomanagement 2018’ vastgesteld. In die nota is vastgelegd welk niveau (ratio) van weerstandsvermogen de gemeente nastreeft. Daarbij is gebruik gemaakt van de waarderingstabel ontwikkeld door het Nederlands Adviesbureau voor Risicomanagement (NAR). De gemeente Overbetuwe streeft naar een ratio weerstandsvermogen tussen de 1,4 en 2. De ratio van 2,1 uit de voorliggende Jaarstukken 2019 (is 'uitstekend') is dus iets hoger dan het vastgestelde streefniveau. Hierbij echter wederom de kanttekening dat per 1-1-2020 een nieuwe bestemmingsreserve Sociaal Domein van € 9,0 miljoen wordt gevormd ten laste van de algemene reserve, waardoor de ratio daalt naar 1,2 hetgeen dus lager is dan het streefniveau.