Programma 5. Werkende en lerende samenleving

- Doordat de oude noodlokalen bij het Lyceum in Elst niet meer gebruikt worden voor maatschappelijke functie vanaf half januari 2025, moet de waarde van de noodlokalen tegen marktwaarde worden opgenomen in de jaarrekening 2024. Dit betekent een extra afschrijving op de boekwaarde van € 414.000 ten laste van het resultaat 2024.

- De werkelijke rente is lager dan begroot (1,10% i.p.v. 1,50%). Dit leidt tot een voordeel van € 209.000 op dit taakveld. Daarnaast is er sprake van lagere rentelasten ter grootte van € 34.000 als gevolg van wat vertraging in de uitvoering van de nieuwbouwprojecten.

- Vertraging in de uitgaven voor de bouwbegeleiding bij diverse scholen heeft geleid tot een voordeel van € 43.000. Aangezien deze kosten gedekt worden uit de Algemene Reserve wordt er op het taakveld "mutaties reserves" een lagere onttrekking aan deze reserve verantwoord. Dit is dus geen budgettair voordeel.

Saldo diverse overige voor- en nadelen

243



43



16

- Door onderbesteding in de uitgaven en hogere huurinkomsten van enkele sporthallen (o.a. sporthal Westeraam en sporthal OBC) en gymlokalen is er sprake van lagere uitgaven voor bewegingsonderwijs. 

- Schoolmaatschappelijk werk, dit nadeel wordt veroorzaakt door het niet volledig toekennen van de prijsinflatie.

- Onderwijskansenbeleid, dit voordeel is te verklaren door afrekeningen 2023 € 89.000, subsidie Forte School is onder gebracht in de NPO Middelen € 10.000 en een omzetting van de BTW-tabel € 8.000.

- Peuterspeelzalen, dit voordeel is grotendeels te verklaren door afrekeningen over 2023.

- Onderbesteding leerlingenvervoer door een lager aantal leerlingen dat gebruikt maakte van het leerlingenvervoer.

- Saldo diverse overige voor- en nadelen

44






106



39


155


27

27

- Uitkeringen algemene bijstand. Het aan uitkeringen betaalde bedrag is lager dan in de zomer voorzien,  dit is een voordeel van € 150.O00. Daarnaast zijn er meer terugvorderingen voldaan. 

- Schuldhulpverlening. Het overschot op de post schuldhulpverlening wordt enerzijds veroorzaakt doordat de implementatie van de applicatie schuldhulpverlening (OnView) nog niet volledig is afgerond. In 2024 is geld begroot voor enkele (systeem)koppelingen tussen OnView en andere gemeentelijke systemen, maar een deel van deze koppelingen is nog niet gerealiseerd. De realisatie van deze koppelingen brengt (incidentele) implementatiekosten met zich mee in 2025. Daarom is er een overhevelingsverzoek gedaan voor deze incidentele kosten voor 2025. Anderzijds wordt het overschot veroorzaakt doordat enkele (relatief dure) uitgaven voor schuldhulpverlening voor ondernemers uiteindelijk niet in 2024 maar in 2025 worden gedaan. 

 - Meedoenregeling. Eind 2023 is een controle geweest op het bestand van de Meedoenregeling, o.a. of de deelnemers nog wel woonachtig in de gemeente waren en een inkomen hadden tot 120% van de bijstandsnorm. Een deel van de deelnemers bleek geen recht op de Meedoenregeling meer te hebben. In 2024 waren er dus minder deelnemers die recht hadden op de Meedoenregeling t.o.v. 2023 – 1.457 in 2024, 1.767 in 2023. Dit verklaart de lagere uitgaven in 2024. Ondanks het lagere deelnemersaantal, zien we wel een toename in het gebruik van de punten. In 2023 was 77,2% van het aantal toegekende punten gebruikt, in 2024 is dit percentage gestegen naar 82,6%.

- Eenm. energietoeslag lage inkomens 2023. De uitgekeerde energietoeslag is lager dan de beschikbare middelen hiervoor.  Aangezien deze kosten gedekt worden uit de Reserve wordt er op het taakveld "mutaties reserves" een lagere onttrekking aan deze reserve verantwoord. Dit is dus geen budgettair voordeel.

- Alleen verdienersproblematiek. Gemeenten moeten financiële ondersteuning bieden aan huishoudens die als gevolg van de alleenverdienersproblematiek in 2023 en 2024 onder het bestaansminimum uitkomen.  In 2025 loopt de werkzaamheden door. Dit bedrag maakt onderdeel uit van de aanvraag tot overheveling

- Saldo diverse overige voor- en nadelen

182


55








31







45




25




4