II. Weerstandsvermogen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Voor een adequate bedrijfsvoering is het belangrijk dat we (fraude)risico’s en onzekerheden tijdig in beeld hebben en ze op een gestructureerde wijze beheersen. We nemen deel aan een samenleving die complex en aan verandering onderhevig is en dit vraagt om een passend risicobewustzijn.

De uitgangspunten van ons risicobeleid en de wijze waarop we dit beleid uitvoeren zijn beschreven in de ‘Nota risicomanagement Gemeente Overbetuwe 2023’ dat in december 2022 is vastgesteld door de raad. Een van die uitgangspunten is dat er twee keer per jaar, bij de jaarstukken en de begroting, een integraal beeld geschetst wordt van de risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit en de ratio voor het weerstandsvermogen.

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording komt in deze paragraaf de volgende informatie
aan de orde:
•    Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
•    Inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
•    Inventarisatie van de risico’s;
•    Financiële kengetallen;
•    Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

Terug naar navigatie - Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s

Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de gemeentelijke doelstellingen. Door middel van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Aan de hand van een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel voor de jaarrekening van 2023 opgesteld.

De uitgangspunten van ons risicobeleid en de wijze waarop we dit beleid uitvoeren zijn beschreven in de ‘Nota risicomanagement Gemeente Overbetuwe 2023’ dat in december 2022 is vastgesteld door de raad. Een van de uitgangspunten is dat twee keer per jaar, bij de jaarstukken en de begroting, een integraal beeld geschetst wordt van de risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit en de ratio voor het weerstandsvermogen.

Cyclische aanpak
De gemeente Overbetuwe heeft gekozen voor een cyclische aanpak in plaats van ad hoc bij de begroting en jaarrekening, zodat risicomanagement in het DNA gaat zitten van alle medewerkers. Structureel aandacht voor risicomanagement gaat zorgen voor een hoger bewustzijn, waardoor nieuwe risico’s eerder in beeld komen en beheerst worden.

Fase 1: Kaderstelling en strategie
De kaders zijn vastgelegd in de Nota Risicomanagement 2023 Gemeente Overbetuwe.

Fase 2: Risicoanalyse
Het inventariseren van de potentiële risico’s en deze vastleggen in een risicokaart. Per risico wordt inzicht gegeven in de kans en frequentie dat een risico zich voordoet en het inschatten van het financiële gevolg (verdeeld in 5 klassen). Uiteindelijk bepaalt dit de risicoscore.

Fase 3: Beheersmaatregelen
Bij het benoemen van de risico’s worden ook de oorzaken en gevolgen van deze risico’s in beeld gebracht. Dit maakt het mogelijk om daarop eventuele beheersmaatregelen af te stemmen die het oorspronkelijke risico verkleinen of geheel wegenemen. Aan de risico’s wordt een risico-eigenaar gekoppeld die voor de invulling en uitvoering van de beheersmaatregelen zorgdraagt.

Fase 4 Monitoren en toetsen
In deze fase wordt informatie verstrekt, worden ontwikkelingen in beeld gebracht en resultaten beoordeeld.

Fase 5: Toezicht en toetsen
Risico’s worden (mede in het kader van interne controle) in verband gebracht met de beheersmaatregelen en het beschikbare weerstandsvermogen.

Fase 6: continue verbetering
Op basis van (tussentijdse) resultaten kan beleid en methodiek worden bijgesteld.

Schematisch


 

Risicobeleid

Terug naar navigatie - Risicobeleid

Met het risicobeleid willen we inzicht krijgen in de risico’s die we lopen. Dit inzicht helpt om:
- maatregelen te treffen die voorkomen dat het risico zich voordoet.
- maatregelen te nemen om zich voordoende risico’s beperken (mitigeren);
- te toetsen of er voldoende financiële ruimte is om de risico’s op te vangen, zonder dat
  dit leidt tot beleidswijzigingen.

Rolverdeling

Terug naar navigatie - Rolverdeling

De volgende actoren hebben een rol bij risicomanagement:
•    De raad stelt de paragraaf “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” in de begroting en jaarrekening vast;
•    Het college ziet toe op een juiste uitvoering van risicomanagement en de verantwoording daarover;
•    Het management en het ambtelijk apparaat zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het risicomanagement waarbij het identificeren van de risico’s en het uitvoeren van beheersmaatregelen de kern vormen.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen =    Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer) 
                                                                      Benodigde weerstandscapaciteit (risico’s) 

In onderstaande tabel wordt de waardering van de ratio weergegeven. 

Waarderingscijfer

Ratio

Kwalificatie

A

> 2

Uitstekend

B

1,4 ≤ 2,0              

Ruim voldoende

C

1,0 ≤ 1,4              

Voldoende

D

0,8 ≤ 1,0

Matig

E

0,6 ≤ 0,8              

Onvoldoende

F

≤ 0,6                    

Ruim onvoldoende

 

De gemeente Overbetuwe streeft naar een weerstandsratio tussen de 1,4 en 2. Met deze gewenste ratio (B) krijgt het weerstandsvermogen de kwalificatie “ruim voldoende”. Deze kwalificatie sluit aan bij ons streven naar duurzaamheid en bestendigheid en is passend bij goed rentmeesterschap. Tevens streven we naar een minimum van € 10 miljoen aan algemene reserve.

Op basis van de jaarrekening 2024 is de ratio van ons incidentele weerstandsvermogen 1,90 (afgerond 1,9) en daarmee “Ruim voldoende”. Ten opzichte van de programmabegroting 2025 (1,9) is de ratio gelijk gebleven. Dit is te verklaren doordat in de begroting 2025 de stand van de algemene reserve lager is ingeschat door het verwerken van claims uit voorgaande jaren, welke uiteindelijk niet aan de algemene reserve onttrokken zijn in 2024. Daarnaast is een risico opgenomen voor de dekking van het tekort in 2026. 

In deze berekening is rekening gehouden met de onttrekking aan de algemene reserve om de begroting 2025 sluitend te krijgen, maar geen rekening gehouden met de resultaatbestemming 2024 (onttrekking 2,8 miljoen), de reeds vastgestelde begrotingswijzigingen door de raad na het vaststellen van programmabegroting 2025 en het verwacht rekeningtekort na het opstellen van de 1e Bestuursrapportage 2025 (€ 0,3 miljoen). Hierdoor wordt de algemene reserve (afgerond) € 16 miljoen. Wanneer we deze mutaties meenemen in de berekening is de weerstandsratio 1,59.

Bedragen x € 1.000

Rekening 2024

Begroting 2025

Begroting 2024

Rekening 2023

Eenmalige risico's

10.060

8.985

8.690

8.535

Eenmalige
weerstandscapaciteit

19.117

16.819

16.934

18.853

Ratio

1,7

1,9

1,9

2,2

Kwalificatie

Ruim voldoende

Ruim voldoende

Ruim voldoende

Uitstekend

 

Beschikbare weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteit

In theorie beschikt een gemeente over incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de werkelijk beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2024. 

Soort

Bedrag

Incidentele weerstandscapaciteit

 

Algemene reserve                             

€ 21.699.000

Stille reserves

€ p.m.

Onttrekking algemene reserve begroting 2025

€ -/- 2.587.000

Post onvoorzien

€ 5.000

Totale incidentele weerstandscapaciteit

€ 19.117.000

Structurele weerstandscapaciteit

 

Onbenutte belastingcapaciteit          

€ 3.122.000

 

De algemene reserve is vrij aanwendbaar en kan worden ingezet voor onvoorziene lasten c.q. ter dekking van risico’s. Per 31 december 2024 is het saldo van de Algemene Reserve € 21.699.000.

Stille reserves zijn niet-bedrijfsgebonden eigendommen van de gemeente met een hogere waarde in het economisch verkeer dan de boekwaarde. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit, omdat een deel van de eigendommen kan worden verkocht boven de boekwaarde. Hierdoor wordt winst gerealiseerd. Deze winst kan worden ingezet ter dekking van financiële risico’s.

Als de begroting sluit met een positief saldo is sprake van begrotingsruimte. Deze kan worden ingezet voor financiële tegenvallers, zonder ingrijpende beleidswijzigingen.

 

In 2025 is de begroting sluitend gemaakt, door dekking te vinden voor de incidentele kosten. Deze Onttrekking algemene reserve begroting 2025 is in mindering gebracht op het incidentele weerstandscapaciteit per 31-12-2024.

 

De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven.

Onbenutte belastingcapaciteit. De gemeente kan haar belastingen, te weten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing, voor zover deze laatste twee niet maximaal mogelijk en/of kostendekkend zijn verhogen om financiële tegenvallers op te vangen.

 

De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het maximale tarief van de WOZ-waarde 0,1595%.

 

Wanneer het gemiddelde OZB-tarief voor de gemeente lager is dan het percentage voor toelating artikel 12, is er in principe sprake van onbenutte belastingcapaciteit, immers een verhoging van het OZB percentage zal nodig zijn om voor een aanvullende uitkering in aanmerking te komen.

Percentage van de WOZ-waarde voor toelating art.12

0,11035%

Werkelijk gewogen percentage WOZ-waarde gemeente Overbetuwe

0,09195%

Onbenutte belastingcapaciteit t.o.v. norm

30,8%

Onbenutte belastingcapaciteit

€ 3.121.770


Bij de berekeningen is uitgegaan van de huidige totale WOZ-waarde van € 11.016.028.000.
Het bedrag van € 3.121.770 geeft aan hoeveel de OZB-inkomsten nog maximaal verhoogd kunnen worden binnen de norm. 

 

Omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing maximaal kostendekkend zijn, wordt bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit alleen naar de OZB gekeken.

 

Met betrekking tot de onbenutte belastingcapaciteit geldt dat we terughoudend zijn in het doorvoeren van belastingverhogingen. In de coalitie is voor de kadernota 2026 de afspraak gemaakt om de ombuigingen op basis van 30% lastenverhoging en 70% maatregelen doorvoeren gedekt worden. Onze insteek blijft het aanbieden van een goed voorzieningenniveau tegen geringe lasten.

 

Benodigde weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Benodigde weerstandscapaciteit

Het is verplicht om de risico's te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. In het kader van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit hebben we de risico’s per 31 december 2024 geactualiseerd. In onderstaande tabel is de benodigde weerstandscapaciteit van circa10 miljoen als volgt berekend:

Nr.

Risico

Beschrijving risico

Soort risico

Geschatte financiële omvang (bedragen
x € 1.000)

1

Open eind regelingen Sociaal Domein

Het risico bestaat dat er meer wordt uitgegeven, aangezien dit openeinderegelingen zijn. De levering van zorg staat hierbij voorop. Er is sprake van openeinderegelingen, waardoor het mogelijk is dat de middelen ontoereikend zullen zijn. De gemeente kan echter geen cliëntenstop afkondigen.

Financieel risico

€ 1.100

2

Gemeenschappelijke regeling

Als deelnemer aan een verbonden partij zijn we (indirect) verantwoordelijk voor de financiële risico’s van deze partij.  

Financieel risico

€ 250

3

Grondexploitatie bedrijventerreinen 

Onzekerheid over opbrengsten en kosten als gevolg van aanpassing plan t.b.v. betere verkoopmogelijkheden voor bedrijventerreinen De Merm Oost, Spoorallee en Elst Centraal Oost.

Financieel risico

€ 470

4

Grondexploitatie woningbouwprojecten      

Stationsplein West: Bestemmingsplan moet nog vastgesteld worden m.a.w. planologisch risico.

Financieel risico

€ 100

5

Faciliterende grondexploitaties (circa 25 projecten)

Bij enkele faciliterende grondcomplexen kunnen niet alle plankosten verhaald worden op de ontwikkelaar.

Financieel risico

€ 75

6

Calamiteiten

In het geval van incidenten op “rampschaal” kan de gemeente worden geconfronteerd met flinke financiële aanspraken, zoals herstelwerkzaamheden, opvang, begeleiding en compensatie van schade. 

Maatschappelijk risico

€ 250

7

Juridische procedures

Met juridische procedures en daaruit voortvloeiende claims kunnen hoge kosten gemoeid zijn.

Financieel risico

€ 150

8

Informatievoorziening en informatieveiligheid

Verschillende cyber gerelateerde incidenten kunnen leiden tot verlies en of onbeschikbaarheid van informatie en/of systemen.

Juridisch /

aansprakelijkheidsrisico + financieel en bedrijfsvoeringsrisico

€ 425

9

Overige risico's

Dit betreft een inschatting van het totaal van kleine risicobedragen en de beschikbaarheid van fysieke werklocaties.

Bedrijfsvoeringsrisico

€ 500

10

Privacy 

Het in verkeerde handen vallen van (privacy) gevoelige informatie/ persoonsgegevens.

Juridisch / aansprakelijkheidsrisico

€ 380

11

Aantrekken en binden van personeel

Het lastig kunnen vervullen van vacatures en vervanging i.v.m. ziekte.

Bedrijfsvoeringsrisico

€ 300

12

Tekort aan materiaal en capaciteit

De stijgende inflatie en het tekort aan grondstoffen, personeel en oplopende rente etc. op projecten en materiele kosten.

Financieel risico/ Bedrijfsvoeringsrisico/

Maatschappelijkrisico

€ 3.200

13

Toename armoede (als gevolg van inflatie) door hogere kosten eerste levensbehoeften

De vraag naar voorzieningen en hulp bij schulden neemt toe als gevolg van de hoge inflatie.

Financieel risico/ Bedrijfsvoeringsrisico

€ 150

 

14

Hogere indexatie zorgkosten dan IMOC %

De OVA indexatie (NVZ) ligt hoger dan de indexatie op basis van de IMOC (uitgangspunt Gemeente). Hierdoor is de kans groot dat de kosten binnen het sociaal domein hoger worden dan begroot.

Financieel risico

€ 1.110

15

Bezuinigingen 2025 mogelijk niet volledig te realiseren.

Om de begroting 2025 sluitend te maken is een incidentele onttrekking op de algemene reserves ingeboekt. Daarnaast zijn in de begroting 2025 bezuinigingen doorgevoerd. Het risico bestaat dat de maatregelen later gerealiseerd worden dan vooraf is ingeschat.

Bedrijfsvoeringsrisico/

Financieel risico

€ 300

16

Ravijnjaar 2026

De algemene uitkering 2026 wordt gekort door het Rijk. Hierdoor moet de gemeente bezuinigingsmaatregelen treffen. Het risico bestaat dat de maatregelen niet gelijk in 2026 de benodigde ombuiging kan realiseren.

Bedrijfsvoeringsrisico/

Financieel risico

€ 1.300

 

 

 

Totaal

€ 10.060

 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Voor een beter inzicht in de financiële positie van de gemeenten is er een zestal wettelijke indicatoren
ontwikkeld. De set kengetallen is bedoeld om raad en bestuursleden meer inzicht te geven in de financiële positie en om vergelijkingen mogelijk te maken.

Vanuit hun taak als financieel toezichthouder hebben de 12 provincies een gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK) opgesteld dat vanaf begrotingsjaar 2020 geldt. In het GTK zijn de volgende signaleringswaarden opgenomen.

 

Kengetallen   Realisatie Begroting Realisatie
    2023 2024 2024
1a. Netto schuldquote   70,0% 94,5% 72,8%
1b. Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen 63,8% 88,3% 66,7%
2.   Solvabiliteitsratio   27,7% 18,5% 26,1%
3.   Grondexploitatie   3,1% 6,6% 2,4%
4.   Structurele exploitatieruimte   0,9% 0,0% -0,5%
5.   Gemeentelijke belastingcapaciteit   72,6% 77,8% 73,3%
         




Signaleringswaarden kengetallen Categorie A Categorie B Categorie C
  Minst risicovol Neutraal Meest risicovol
1a. Netto schuldquote < 90% 90 - 130% > 130%
1b. Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen < 90% 90 - 130% > 130%
2.   Solvabiliteitsratio > 50% 20 - 50% < 20%
3.   Grondexploitatie < 20% 20 - 35% > 35%
4.   Structurele exploitatieruimte > 0% 0% < 0%
5.   Gemeentelijke belastingcapaciteit < 95% 95 - 105% > 105%
             









Conclusie:

  • Uitgaande van de signaleringswaarden zoals deze door de toezichthouder worden gehanteerd vallen de meeste ratio’s in de categorie ''minst risicovol''. Uitzondering hierop zijn de ratio voor solvabiliteit en de ratio voor structurele exploitatieruimte.
  • Bij het opstellen van de begroting 2024 werd verwacht dat de solvabiliteitsratio onder de 20% zou uitkomen, waarmee deze in de categorie 'meest risicovol' zou vallen. Doordat een groot deel van het positieve resultaat 2023 als vrij besteedbaar is toegevoegd aan de Algemene Reserve en de onttrekkingen in 2024 lager uitvielen dan verwacht, is de werkelijke solvabiliteitsratio uiteindelijk hoger uitgekomen en valt deze nu in de categorie 'neutraal'
  • De Netto-schuldquote van de gemeente is op werkelijke basis beter uitgekomen dan was verwacht in de begroting 2024.
  • De ratio grondexploitatie is nog altijd laag.
  • De structurele exploitatieruimte laat zien dat de gemeente 2024 is afgesloten met een beperkt structureel tekort.
  • De gemeentelijke belastingcapaciteit laat zien dat de gemeente minder belasting in rekening
    brengt dan het landelijk gemiddelde.