IV. Financiering

Financiering

Terug naar navigatie - Financiering

Deze paragraaf gaat over de gemeentelijke treasuryfunctie. Treasury staat voor het geldbeheer van de gemeente. Binnen de treasuryfunctie is financiering een belangrijk werkveld.

Beleidskader
De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) stelt regels aan de financieringsfunctie van gemeenten en biedt een kader voor de beheersing van risico’s die uit deze functie voortvloeien. Op lokaal niveau is deze regelgeving vertaald in een treasurystatuut dat door de gemeenteraad is vastgesteld. In dit statuut is de bestuurlijke infrastructuur voor de uitvoering van de treasuryfunctie vastgelegd. Een belangrijk uitgangspunt van de wet fido is dat gemeenten voorzichtig moeten omgaan met publieke middelen. Dit uit zich onder andere in de beheersing van renterisico’s. Hierbij gelden als wettelijke normen de, hieronder nader toegelichte, kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Daarnaast zijn decentrale overheden verplicht tot het schatkistbankieren boven een bepaald drempelbedrag, maar kunnen niet lenen van de schatkist. Ook stelt de Wet fido strenge eisen aan de kredietwaardigheid van tegenpartijen en de te gebruiken instrumenten.

Schatkistbankieren
Het schatkistbankieren verplicht gemeenten om hun overtollige liquiditeiten vanaf een bepaald drempelbedrag onder te brengen bij het Rijk. Het drempelbedrag is tegenwoordig vastgesteld op 2% van het begrotingstotaal. Voor de gemeente bedroeg dit drempelbedrag in 2022 € 2.273.360. Het drempelbedrag is in 2022 niet overschreden.

 

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren 2022
(bedragen x €1.000)          
    Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
(1) Drempelbedrag 2.237 2.237 2.237 2.237
(2) Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks schatkist aangehouden middelen 82 95 244 359
(3a) = (1) > (2) Ruimte onder het drempelbedrag 2.192 2.178 2.029 1.914
(3b) = (2) > (1) Overschrijding van het drempelbedrag 0 0 0 0
 
(1) Berekening drempelbedrag
(4a) Begrotingstotaal verslagjaar 113.668 113.668 113.668 113.668
(4b) Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan € 500 miljoen 113.668 113.668 113.668 113.668
(4c) Het deel van het begrotingstotaal dat de € 500 miljoen te boven gaat 0 0 0 0
(1) = (4b)*0,02 + (4c)*0,002 met een minimum van €250.000 Drempelbedrag 2.273 2.273 2.273 2.273


Marktrente ontwikkelingen

De geldmarktrente (bij kortlopende financiering) is in 2022 door het rentebeleid van de Europese Centrale Bank (ECB) flink gestegen. De 1 maands Euro Interbank Offered Rate (EURIBOR; maatstaf voor de geldmarktrente) bijvoorbeeld is in 2022 gestegen van 0,55% negatief tot 1,9% positief ultimo 2022 (en stijgt in 2023 verder door). De rente op de geldmarkt wordt voornamelijk bepaald door het rentebeleid van de ECB. De ECB gebruikt de rente als instrument om de inflatie te beïnvloeden. In 2022 heeft de ECB de depositorente, voor het aanhouden van liquiditeiten bij de ECB, met 2,5% laten stijgen van 0,5% negatief naar 2% positief. De kapitaalmarktrente (bij langlopende financiering) of wel de lange rente met als maatstaf de rente op 10-jaars staatsleningen, is in 2022 flink gestegen van 0% naar 2,7% ultimo 2022.

Gemeentefinanciering
De financiering van de gemeente bestaat voor wat betreft de kortlopende financiering tot een jaar, ten behoeve van de financiering van haar werkkapitaal, uit kasgeldleningen. De rente op kasgeldleningen is gebaseerd op de betreffende EURIBOR. Zoals aangegeven is deze in 2022 flink gestegen. De hoogte van het totaal van aangetrokken kasgeldleningen wordt in belangrijke mate begrensd door de verderop toegelichte kasgeldlimiet. Daarnaast heeft de gemeente opgenomen langlopende leningen, met een looptijd langer dan een jaar. De geldstromen die voortkomen uit investeringen in grote projecten en uit verkopen van grondcomplexen bepalen in belangrijke mate de omvang van deze langlopende leningenportefeuille. Het saldo van de langlopende leningen is in 2022 gedaald met afgerond € 0,6 miljoen. In totaal is in 2022 € 9,6 miljoen aan langlopende leningen afgelost en is voor € 9 miljoen aan nieuwe langlopende leningen afgesloten. Zoals hiervoor aangegeven is ook de kapitaalmarktrente in 2022 flink gestegen. De gemiddelde resterende looptijd van de uitstaande lange termijn leningen per ultimo 2022 is 17 jaar (2021 16 jaar). De gemiddeld gewogen rentelast op deze leningen is in 2022 gelijk gebleven aan 2021 op 1,4%.

Rentetoerekening
De financiering van de gemeentelijke activa vindt plaats met interne middelen (reserves en voorzieningen) en met extern aangetrokken geldleningen. Deze werkelijke rentelasten ofwel toe te rekenen rentelasten worden intern aan de diverse gemeentelijke producten doorberekend door middel van een omslagrente. De methode van rentetoerekening is voorgeschreven door de commissie Besluit Begroting en Verantwoording. Over 2022 is deze omslagrente bepaald op 1%. Het toerekenen gebeurt op basis van de boekwaarde van de investeringen op de balans. Het verschil tussen de werkelijk rentelasten en de toegerekende rentelasten door middel van de omslagrente vormt het renteresultaat. De totale boekwaarde van de investeringen bedroeg per 1 januari 2022 € 165 miljoen. De toegerekende rentelasten over deze investeringen over het verslagjaar bedroegen € 1,7 miljoen. De werkelijke rentelasten in 2022 bedroegen € 1,8 miljoen, waarbij afgerond € 52.000 is doorbelast aan grondexploitatie. Het renteresultaat over 2022 bedroeg per saldo afgerond € 96.000 negatief, wat binnen de bandbreedte valt volgens de regelgeving. 

Het onderstaande renteschema geeft inzicht in de rentelasten en -baten, het renteresultaat en de rentetoerekening aan investeringen en grondexploitaties.

Schema rentetoerekening 2022
(bedragen x €1.000)
Netto rentelasten kort- en langlopende leningen   1.346
Rente over eigen vermogen en voorzieningen   504
Toe te rekenen rente aan grondexploitatie   -52
De werkelijk toe te rekenen rente aan investeringen 1.798
De toegerekende rente via renteomslag   -1.702
     
Renteresultaat op taakveld Treasury (Nadeel) -96

 

Renterisicobeheer
Voor de beheersing van het renterisico op korte en lange financiering gelden de Fido-normen: kasgeldlimiet en de renterisiconorm. 

1. Kasgeldlimiet (renterisico - vlottende schuld) 
De kasgeldlimiet begrenst de hoogte van het totaalbedrag aan kasgeldleningen (looptijd korter dan een jaar), waarover renterisico mag worden gelopen. Het opnemen van kasgeld geeft op langer termijn namelijk een renterisico; immers er is een de kans dat herfinanciering duurder uitpakt. De kasgeldlimiet voor onze gemeente bedraagt voor 2022 afgerond € 9,7 miljoen. Dit is 8,5% van het begrotingstotaal. Bij het overschrijden van de kasgeldlimiet zal onze gemeente de korte leningen omzetten naar langlopende leningen, behalve bij incidentele tijdelijke overschrijdingen. De kasgeldlimiet mag niet met meer dan twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. 

Kasgeldlimiet 2022
(bedragen x €1.000)
  Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4
1) Toegestane kasgeldlimiet        
 - in procenten van de grondslag 8,50 8,50 8,50 8,50
 - in bedragen 9.662 9.662 9.662 9.662
         
2) Omvang vlottende korte schuld 14.701 12.000 7.396 3.000
3) Vlottende middelen 2.070 3.863 4.323 1.201
4) Totaal netto vlottende schuld (2-3) 12.631 8.137 3.073 1.799
         
Toegestane kasgeldlimiet (1) 9.662 9.662 9.662 9.662
         
Ruimte +, Overschrijding - (1-4) -2.969 1.525 6.589 7.863

 

De kasgeldlimiet is alleen in het eerste kwartaal overschreden. De gemeente heeft dus binnen de wettelijke kaders gehandeld.

2. Renterisiconorm (renterisico op vaste schuld)
De renterisiconorm begrenst de rentegevoeligheid van de vaste schuldpositie van de gemeente. Het renterisico wordt bepaald door de som van het bedrag aan aflossingen en het bedrag aan renteherziening op de vaste schuld. De renterisiconorm bedraagt 20 procent van het begrotingstotaal. Dit houdt in dat maximaal 20 procent van het totaal van de begroting aan rentegevoeligheid onderhevig mag zijn. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. 

 

Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld 2022
(bedragen x €1.000)
         
Stap Variabelen Renterisico(norm) begroting werkelijk verschil
(1) Renteherziening 4.200 4.200 0
(2) Aflossingen 9.939 9.639 -300
(3) Renterisico (1+ 2) 14.139 13.839 -300
         
(4) Renterisiconorm 22.734 25.310 2.576
         
(5a)=(4>3) Ruimte onder renterisiconorm 8.595 11.471 2.876
(5b)=(3>4) Overschrijding renterisiconorm 0 0 0
         
Berekening Renterisiconorm      
(4a) Begrotingstotaal 113.668 126.550 12.882
(4b) Percentage regeling 20% 20% 20%
(4)=(4a x 4b) Renterisiconorm 22.734 25.310 2.576

Uit deze tabel blijkt dat de renterisiconorm in 2022 niet is overschreden.

Kredietrisico’s 
Kredietrisico’s ontstaan enerzijds door het verstrekken van leningen, anderzijds door het verstrekken van gemeentegaranties. In de financiële verordening en het Treasurystatuut is bepaald dat leningen en garanties alleen worden afgegeven inzien zij een publieke taak dienen. De gemeente heeft ultimo 2022 € 8,1 miljoen aan uitgezette leningen:
•    Hypothecaire geldleningen verstrekt aan personeel € 44.071 (betreft restanten van de opgeheven regelingen).
•    Verstrekte geldlening aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) van afgerond € 7.355.283.
•    Overige leningen aan stichtingen, verenigingen, scholen en personeelsregelingen voor een bedrag van € 715.751, waaronder € 555.950 aan de Vereniging tot instandhouding en Exploitatie van 'Ons Dorpshuis'.
In 2022 hebben er op verstrekte leningen door de gemeente geen wanbetalingen plaatsgevonden.