Uiteenzetting financiële positie

Algemeen

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Algemeen

In dit hoofdstuk schetsen wij het financiële beeld voor de periode 2026-2029.
Wij informeren u over de omvang van het begrotingsresultaat, het structurele begrotingsresultaat en over de verschillen ten opzichte van de Kadernota. Ook wordt ingegaan op de opgenomen ombuigingen. Vervolgens gaan we in op de vermogenspositie van Overbetuwe, hoe deze zich verhoudt tot het geactualiseerde risicoprofiel en de BBV-indicator solvabiliteit. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de gehanteerde uitgangspunten en een totaaloverzicht van de lasten en baten 2026.

Begrotingsresultaat 2026-2029

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Begrotingsresultaat 2026-2029

Het begrotingsresultaat voor periode 2026-2029 geven we in onderstaande tabel weer. 

 

2026

2027

2028

2029

Begrotingsresultaat 2026-2029

0

0

0

369


De begroting 2026 sluit met een structureel overschot van € 369.000 in jaarschijf 2029. In de jaren 2026 t/m 2028 is sprake van een sluitende begroting door de inzet van incidentele dekkingsmiddelen, met name door de inzet van de algemene reserve. We lichten dit nader toe in de paragraaf "Duiding begrotingsresultaat en financiële positie".


Ten opzichte van de Kadernota 2026 hebben zich een aantal wijzigingen voorgedaan die in onderstaande tabel zijn opgenomen. De wijzigingen leiden tot een begrotingstekort van € 1,7  miljoen in 2026 dat vervolgens daalt tot een tekort van € 1,2 miljoen in 2029. 

Afwijkingen begroting 2026 t.o.v. Kadernota 2026

       
 

2026

2027

2028

2029

Nadelen

-1.771

-1.814

-2.012

-1.899

- Doorwerking structureel nadeel 2e Bestuursrapportage 2025

-1.168

-1.169

-1.169

-1.169

- Meicirculaire 2025 - jaarschijven 2026 t/m 2028

-170

-84

-197

0

- Lagere doorbelasting grondexploitatie (overhead en rente)

-65

-65

-65

-65

- Hogere bijdrage aan Veilig Thuis

-47

-47

-47

-47

- Septembercirculaire 2025

-321

-449

-534

-618

Voordelen

119

119

119

714

- Meicirculaire 2025 - jaarschijf 2029

0

0

0

595

- OZB-areaaluitbreiding (incl. hogere afdracht Park 15)

119

119

119

119

Diverse overige kleinere verschillen per saldo

-1

22

98

-36

Totaal afwijkingen ten opzichte van Kadernota 2026

-1.653

-1.673

-1.795

-1.221


Toelichting op de belangrijkste afwijkingen

Doorwerking structureel nadeel 2e Bestuursrapportage 2025
Dit structureel nadeel van € 1,1 miljoen betreft een niet te realiseren taakstelling uit de begroting 2022 op de budgetten voor de jeugdzorg. Alle maatregelen zijn doorgevoerd en de ombuigingen uit eerdere jaarschijven zijn allemaal gehaald.

Septembercirculaire 2025
Het budgettaire effect is voor alle jaren negatief. In grote lijnen wordt dit budgettair effect verklaard door een drietal oorzaken. Het volume accres is ten opzichte van de meicirculaire 2025 naar beneden bijgesteld op basis van de actuele raming van de ontwikkeling van het bbp door het Centraal Planbureau. Daarnaast is de indexatie voor inflatie naar beneden bijgesteld en is er een negatief effect op de maatstaf WOZ-waarden. Voor een uitgebreidere toelichting op het financieel effect van de septembercirculaire 2025 verwijzen we naar het afzonderlijke voorstel (via TIC) over die circulaire.

Meicirculaire 2025
Het budgettaire effect voor 2029 is positief en voor de andere jaren negatief. Dit wordt met name veroorzaakt door het accres. Het meerjarige budgettaire effect voor de periode 2026-2029 komt uit op € 0,1 miljoen positief. Voor een uitgebreidere toelichting op het financieel effect van de meicirculaire 2025 verwijzen we naar het afzonderlijke raadsvoorstel over die circulaire (2025-036145).

OZB areaaluitbreiding
De opbrengsten uit de onroerendzaakbelasting (OZB) stijgen, doordat we meer opbrengsten krijgen, als gevolg van de uitbreiding van ons areaal (nieuwe woningen en bedrijventerreinen).

Duiding begrotingsresultaat en financiële positie

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Duiding begrotingsresultaat en financiële positie

Voor een goede duiding van het begrotingsresultaat is het inzicht in de structurele lasten en baten, het verloop van het eigen vermogen (algemene reserve) en het risicoprofiel van belang.

Structureel begrotingsresultaat
Het saldo van de begroting bestaat uit incidentele en structurele lasten en baten. Wanneer we de incidentele lasten en baten buiten beschouwing laten resteert het structurele begrotingsresultaat. Op deze manier wordt inzichtelijk of de structurele lasten gedekt kunnen worden door de structurele baten. 

Structureel begrotingsresultaat voor aanvullende dekking 2026

       
 

2026

2027

2028

2029

Totaal afwijkingen ten opzichte van Kadernota 2026

-1.653

-1.673

-1.795

-1.221

Saldo van incidentele baten en lasten

0

0

0

0

Struct. begrotingsresultaat 2026-2029 voor aanvullende dekking

-1.653

-1.673

-1.795

-1.221


Alle afwijkingen ten opzichte van de Kadernota 2026 zijn structureel van aard. Ten opzichte van de Kadernota 2026 is het structurele begrotingssaldo in alle jaren aanzienlijk negatiever geworden. 
 

Totaal te dekken structureel tekort

       
 

2026

2027

2028

2029

Structureel begrotingssaldo Programmabegroting 2026

-1.653

-1.673

-1.795

-1.221

Structureel begrotingssaldo Kadernota 2026

-2.850

-1.349

-858

7

Totaal te dekken structureel tekort 2026-2029

-4.503

-3.022

-2.653

-1.214

Om te komen tot een structureel sluitende begroting in boekjaar 2029 is gezocht naar aanvullende structurele dekking. Voor 2029 gaat het om structurele dekking ter grootte van € 1.583.000. Conform de gehanteerde uitgangspunten van de Kadernota 2026 bestaat 30% van de dekking van het te dekken structurele tekort in 2029 uit lastenverzwaringen. Het resterende deel (70%) wordt gerealiseerd via ombuigingen (verlaging uitgavenbudgetten). Een specificatie van de aanvullende structurele dekkingsmiddelen is opgenomen in de onderste tabel. 

Aanvullende structurele dekking 2026

       

 

2026

2027

2028

2029

Totaal te dekken structureel tekort 2026-2029

-4.503

-3.022

-2.653

-1.214

Aanvullende structurele dekking vanaf 2026 (zie spec. hieronder)

2.001

1.783

1.633

1.583

Structurele saldi na aanvullende structurele dekking

-2.502

-1.239

-1.020

369

 

Specificatie aanvullende structurele dekking 2026

       

 

2026

2027

2028

2029

OZB-verhoging (30% van te dekken structureel tekort jaarschijf 2029)

364

364

364

364

Schrappen ingroeipad verhoging OZB

751

251

pm

pm

Uitstel vastgoedprojecten

636

636

636

636

Verhogen pakket maatregelen zorgvragen

0

0

0

200

Voordeel insourcen screeners

0

133

133

133

Versnellen maatregelen verlagen zorgvragen

0

150

250

0

Aanname verlaging korting rijk WOZ-maatstaf

250

250

250

250

Totale aanvullende structurele dekking 2026

2.001

1.783

1.633

1.583


Toelichten belangrijkste dekkingsmiddelen

OZB-verhoging (30% van te dekken structureel tekort jaarschijf 2029)
Het uitgangspunt van de Kadernota 2026 is om 30% van het tekort op te lossen door middel van lastenverzwaringen.

Schrappen ingroeipad verhoging OZB
In de Kadernota 2026 was een ingroeipad voor de verhoging van de OZB opgenomen. Dat ingroeipad wordt geschrapt.

Uitstel vastgoedprojecten
Door uitstel van diverse vastgoedprojecten is er sprake van structurele vrijval van financiële ruimte.

Verhogen pakket maatregelen zorgvragen
Aan het pakket maatregelen zorgvragen wordt een aanvullend bedrag toegevoegd. Om dit te bereiken zijn aangekondigde maatregelen van het rijk nodig
vanaf 1 januari 2028. 

Voordeel insourcen screeners
Door het in dienst nemen van screeners kan een structurele ombuiging worden gerealiseerd. 

Versnellen maatregelen verlagen zorgvragen
In de Kadernota 2026 is een ingroeipad opgenomen voor de financiële effecten van de maatregelen voor het verlagen van de zorgvragen. Dat ingroeipad wordt wat versneld.

Aanname verlaging korting rijk WOZ-maatstaf
Door de OZB-verhogingen is de aanname dat dit zal leiden tot een verlaging van de korting op de Algemene Uitkering via de WOZ-maatstaf.

Om in de jaren 2026 t/m 2028 tot een sluitend begrotingssaldo te komen, zijn incidentele dekkingsmiddelen ingezet. In totaal wordt er gedurende deze periode € 3,7 miljoen uit de Algemene Reserve gehaald. De effecten hiervan op het weerstandsvermogen lichten we toe in de paragraaf Algemene Reserve. Daarnaast vallen door uitstel van vastgoedprojecten kapitaallasten vrij.

Inzet eenmalige dekkingsmiddelen 2026-2029

       

 

2026

2027

2028

2029

Structurele saldi na aanvullende structurele dekking

-2.502

-1.239

-1.020

369

Inzet Algemene Reserve op basis van Kadernota 2026

1.850

349

0

0

Uitstel vastgoedprojecten

364

364

364

0

Aanvullende inzet Algemene Reserve

288

526

656

0

Begrotingssaldo 2026-2029 na inzet eenmalige dekking

0

0

0

369

 

Splitsing totaal resultaat in structureel en incidenteel

       
 

2026

2027

2028

2029

Meerjarenperspectief Programmabegroting 2026

0

0

0

369

Incidenteel resultaat 2026-2029 Programmabegroting 2026

2.502

1.239

1.020

0

Structureel resultaat 2026-2029 Programmabegroting 2026

-2.502

-1.239

-1.020

369


Het structurele overschot van € 369.000 in 2029 zal worden toegevoegd aan de Algemene Reserve (AR). De netto-onttrekking uit de AR  komt daarmee uit op € 3,3 miljoen.

 

Ombuigingen

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Ombuigingen

In deze begroting zijn ombuigingen en lastenverzwaringen opgenomen, waaronder alle dekkingsvoorstellen zoals die bij de Kadernota 2026 zijn vastgesteld. In bijlage XII van deze begroting hebben we per programma aangegeven om welke maatregelen het gaat. We zullen bij de reguliere bestuursrapportages over de voortgang van de verschillende ombuigingen rapporteren. In lijn met motie M7 "Meer duidelijkheid", die is aangenomen door de raad bij de behandeling van de Kadernota 2026, zullen we in de bestuursrapportage aangeven in hoeverre er sprake is van onvoorziene effecten die we niet hebben voorzien in de formats. Het betreft dan de verwachte maatschappelijke effecten, mogelijke alternatieven en hoe eventuele negatieve effecten worden gecompenseerd.

Een belangrijke ombuigingsmaatregel betreft bij Programma 4, nr. 4.02 "Maatregelen verlagen zorgvragen WMO en Jeugd". We geven onderstaand een nadere toelichting op dit format. Om dit te bereiken worden een aantal maatregelen voorgesteld. Het gaat hierbij vooral om:

  • sturen op (kortere) indicaties,
  • minder (stapeling van) producten,
  • striktere afspraken met andere wettelijke verwijzers,
  • en een versterking van onze lokale toegang, het Sociaal Team Overbetuwe (STO). 

 
Ook wordt in lijn met de recent vastgestelde verordening sociaal domein en bijbehorende beleidsregels ingezet op:

  • meer algemene voorzieningen en groepsaanbod,
  • voorliggend veld en informele hulp,
  • normaliseren en eigen kracht, 
  • het voeren van regie op (m.n. complexe) casuïstiek,
  • en het maken van afspraken met zorgaanbieders en verwijzers over het tijdig en waar mogelijk op- en afschalen van zorg.

Algemene Reserve

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Algemene Reserve

De noodzakelijke omvang van een Algemene Reserve (AR) is afhankelijk van de kwaliteit van het risicomanagement, de begrotingsdiscipline en de ruimte om binnen de begroting onverwachte risico’s op te kunnen vangen. 

We presenteren in deze Programmabegroting een structureel begrotingsoverschot van € 369.000 in 2029. Zoals hiervoor ook vermeld, wordt er gedurende de periode 2026 t/m 2028 in totaal € 3,7 miljoen uit de AR gehaald. Het overschot in 2029 zal worden toegevoegd aan de AR.  Per saldo is er dus sprake van een onttrekking van € 3,3 miljoen aan de AR, over de gehele meerjarenperiode van deze begroting.

In onderstaande afbeelding is het verwachte verloop van de AR op basis van deze Programmabegroting 2026 vergeleken met het verwachte verloop, zoals dat was opgenomen in de Kadernota 2026. 




Risicoprofiel
Het risicoprofiel is geactualiseerd en gebaseerd op de nota Risicomanagement 2023. Deze actualisatie leidt tot een risicoprofiel dat iets hoger is dan in de begroting 2025 (zie voor een nadere toelichting de paragraaf weerstandsvermogen). Dit risicoprofiel (€ 9,65 miljoen) afgezet tegen de algemene reserve van € 17,2 miljoen levert een weerstandsratio van 1,8. Bij deze ratio hoort de kwalificatie ‘ruim voldoende’, deze kwalificatie zit aan de bovenkant van de na te streven bandbreedte van 1,4 tot 2,0.

Ontwikkeling weerstandsratio    
  Per 1-1 Bedrag AR Risicobedrag * Ratio
Saldo Algemene Reserve 2026 17.177.000 9.645.000 1,78
Inzet Algemene Reserve in 2026   -2.138.000    
Saldo Algemene Reserve 2027 15.039.000 9.645.000  1,56
Inzet Algemene Reserve in 2027   -875.000    
Saldo Algemene Reserve 2028 14.164.000 9.645.000  1,47
Inzet Algemene Reserve in 2028   -656.000    
Saldo Algemene Reserve 2029 13.508.000 9.645.000  1,40

*de risico's worden bij het opstellen van de begroting en de jaarrekening beoordeeld.

Solvabiliteit
De solvabiliteitsratio geeft een beeld van de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen. Zo wordt zichtbaar of een gemeente voldoende eigen vermogen heeft om aan alle financiële verplichtingen te kunnen voldoen.

In de hieronder geplaatste grafiek is deze ratio voor de komende vier jaar in beeld gebracht. In de berekening van deze ratio wordt rekening gehouden met de verwachte begrotingssaldi in 2026-2029.




Wat betekent dit voor de algemene reserve?
Vanaf 2026 neemt de AR steeds verder af. Dit komt door de inzet als incidentele dekking voor de structurele begrotingstekorten in 2026 t/m 2028. Deze verlaging komt ook tot uiting in de weerstandsratio en de solvabiliteitsratio. De benodigde omvang van de algemene reserve hangt van verschillende factoren af, deze factoren hebben ook nog een onderlinge samenhang. De factoren waar het om gaat zijn de ontwikkeling van de risico’s (risicoprofiel), de ontwikkeling van de financieringsbehoefte (vreemd vermogen) en het vermogen om op rekeningbasis daadwerkelijk het positieve resultaat te realiseren (begrotingsdiscipline).



Een stijging van de weerstandsratio wordt in gang gezet door te sturen op een groei van de algemene reserve en/of een daling van het risicoprofiel. Bij de solvabiliteit ligt de relatie tussen het eigen vermogen, dat is inclusief de bestemmingsreserves, en het vreemd vermogen. De sturingsmogelijkheden op dit kengetal zitten dus niet alleen in de omvang van de algemene reserve. Daling van de bestemmingsreserves of een groei van de investeringsbehoefte als gevolg van bijvoorbeeld nieuwe investeringen hebben een negatief effect op deze ratio.

Uitgangspunten van deze begroting

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Uitgangspunten van deze begroting

In deze begroting hanteren we de onderstaande uitgangspunten, die onder andere zijn ontleend aan de eerder door de Raad vastgestelde kadernota. 

Beleidsmatige uitgangspunten
1 Ramingen zijn realistisch en volledig
2 Structurele lasten worden met structurele baten gedekt
3 Nieuwe uitgaven worden getemperd en zijn alleen mogelijk als bestaand beleid in gelijke mate wordt beperkt.
Financiële uitgangspunten Voorstel Waarde
1 De algemene uitkering is gebaseerd op de septembercirculaire 2025
2 De meerjarenramingen zijn gebaseerd op constante lonen en prijzen
3 Aantal inwoners op 01-01-2026 Werkelijk aantal op 01-01-2025 plus inschatting groei in 2025 op basis van woningbouwprogramma 48.962
4 Rente
- Investeringen Conform BBV 1,5%
- Grondexploitaties Conform BBV 1,5%
- Kortlopende leningen Inschatting gebaseerd op de actuele marktrente 3,25%
- Nieuwe langlopende leningen Inschatting gebaseerd op de actuele marktrente 3,5%
5 Formatie en salarissen
- Formatie Zie paragraaf bedrijfsvoering onderdeel Personeel en organisatie
- Salarissen - Sociale lasten Cao ontwikkeling incl. de stijging sociale lasten 2,5% 2,5%
6 Prijsinflatie Prijs Bruto Binnenlands Product 2,7%
7 Bijdrage verbonden partijen Op basis van conceptbegroting verbonden partij. Indien de begroting ontbreekt geldt de prijsinflatie 2,7%
9 Belastingen
- Onroerende Zaak Belasting - Toeristenbelasting - Hondenbelasting - Precariobelasting Verhogen met prijsinflatie, ombuiging A.02 Kadernota 2026 en aanvullende structurele dekking Begroting 2026 Verhogen met prijsinflatie Verhogen met prijsinflatie Verhogen met prijsinflatie 20,5% 2,7% 2,7% 2,7%
10 Heffingen
- Marktgelden - Begraafrechten - Leges - Rioolrecht - Afvalstoffenheffing Verhogen met prijsinflatie en ombuiging 2.05 Kadernota 2026 Verhogen met prijsinflatie Verhogen met prijsinflatie en ombuigingen 2.02 + 2.51 Kadernota 2026 100% kostendekkend 100% kostendekkend 54,3% 2,7% 2,7%
11 Huuropbrengsten Conform opdracht Vastgoedvisie 2025

Totaaloverzicht lasten en baten

Terug naar navigatie - Uiteenzetting financiële positie - Totaaloverzicht lasten en baten

Hieronder is een totaaloverzicht opgenomen met de uitgaven per programma en de belangrijkste inkomsten voor de gemeente in 2026. Per saldo is er dus sprake van een sluitende begroting (saldo inkomsten en uitgaven is nul).

In 2026 wordt € 150 miljoen uitgegeven aan de programma’s en bijbehorende projecten. In onderstaande tabel ziet u hoe dat bedrag over de verschillende programma’s is verdeeld.

UITGAVEN 2026  (bedragen x € 1.000 en afgerond op € 100.000)  
 1. Duurzame en gezonde samenleving 18.900
 2. Leefbare en bereikbare samenleving 22.100
 3. Interactie met de samenleving 1.300
 4. Inclusieve en participatiesamenleving  44.900
 5. Werkende en lerende samenleving 31.300
 6. Informatie en kennissamenleving 0
 7. Financiën en bedrijfsvoering 21.400
 8. Algemeen bestuur en regionale samenwerking 2.600
 Totale uitgaven programma’s en bijbehorende projecten 142.500
 Diverse overige lasten (onvoorz., inning belast., stort. reserves) 7.300
 Totaal uitgaven  149.800




Tegenover bovenstaande uitgaven staan uiteraard ook inkomsten. In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de belangrijkste inkomstenbronnen in 2026.

 INKOMSTEN 2026 (bedragen x € 1.000 en afgerond op € 100.000)  
Gemeentefonds 96.700
OZB 13.500
Afvalstoffenheffing 7.400
Rioolheffing 3.700
Leges (o.a. bouwvergunningen, APV) 2.600
Doeluitkeringen Rijk (o.a. WWB) 12.400
Huuropbrengst accommodaties (o.a. De Helster) 1.400
Rente eigen en vreemd vermogen 500
 Onttrekkingen uit reserves    2.900
 Diverse overige baten 8.700
 Totaal inkomsten  149.800