IV. Financiering

Beleidskader

Terug naar navigatie - IV. Financiering - Beleidskader

Het financieringsbeleid is vastgelegd in het Treasurystatuut en gebaseerd op de wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido). De uitvoering van het financieringsbeleid wordt gedaan door de treasuryfunctie, binnen de kaders van het Treasurystatuut. De Wet Fido geeft de wettelijke kaders voor de treasuryfunctie. Een belangrijk uitgangspunt van deze wet is dat een gemeente voorzichtig moet omgaan met publieke middelen. Dit uit zich onder andere in de beheersing van renterisico’s. Hierbij gelden als wettelijke normen de kasgeldlimiet en de renterisiconorm op langlopende leningen. Daarnaast zijn decentrale overheden verplicht om deel te nemen aan schatkistbankieren, maar kunnen niet lenen bij de schatkist. Het schatkistbankieren verplicht gemeenten om hun overtollige financiën onder te brengen bij het Rijk. Tot een bepaald bedrag mogen gemeenten hun overtollige financiën wel buiten de schatkist van het Rijk houden. Voor onze gemeente bedraagt dit drempelbedrag in 2026 € 2.995.655. Het schatkistbankieren wordt door de gemeente gebruikt voor tijdelijke geldoverschotten. 

Marktontwikkelingen

Terug naar navigatie - IV. Financiering - Marktontwikkelingen

Sinds juni 2024 verlaagde de ECB de beleidsrente stapsgewijs van 4% naar 2%. De beleidsrente, ook wel refirente genoemd, is de rente die de ECB hanteert voor leningen aan commerciële banken om richting de inflatiedoelstelling van 2% te sturen. Een rente van 4% was nodig om de zeer hoge inflatie in de periode 2021-2024 in het eurogebied onder controle te krijgen. In de loop van 2024 en 2025 daalde de inflatie, mede door het beleid van de ECB, weer richting gewenst niveau en kon de rente worden verlaagd. In juli 2025 heeft de ECB de rente ongemoeid gelaten. De verwachting is ook dat de ECB deze rente voor een langere tijd in buurt van de 2% zal houden. De veronderstelling in de markt is dat de ECB verwacht dat de inflatie uiteindelijk in 2026 /2027 terugkeert naar de doelstelling van 2%.

Deze beleidsrente is zeer bepalend voor de geldmarktrente met als maatstaf de EURIBOR (rente die commerciële banken elkaar in rekening brengen). De 3-maands Euribor zal naar verwachting ook in 2026 rond de 2% blijven. De verwachting voor de 10 jaars rente op NL staatsobligaties is dat deze in 2026 gemiddeld circa 2,75% zal zijn. Bede rentetarieven worden gezien als risicovrije rentes.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - IV. Financiering - Leningenportefeuille

De verwachte financieringsbehoefte van de gemeente in 2026 bedraagt € 35 miljoen, waaronder € 12,7 miljoen aan herfinanciering. Daarmee wordt voorspeld dat de leningenportefeuille zal toenemen tot circa € 131 miljoen per ultimo 2026. De geldstromen die voortkomen uit investeringen in projecten en de verkopen van grondcomplexen bepalen in grote mate de omvang van de financieringsbehoefte. Als de investeringen en of de opbrengsten, voornamelijk uit grondverkopen, afwijken van wat in de begroting is opgenomen, dan zal het beroep op de kapitaalmarkt daarop worden aangepast. 

Mutaties leningenportefeuille (bedragen x €1.000) Bedrag Gemiddelde rente
Raming leningenportefeuille per 1-1-2026 108.850 1,75%
Nieuwe langlopende leningen 35.000 3,50%
Reguliere aflossingen 12.794 2,45%
Vervroegde aflossingen n.v.t.
Renteaanpassingen (oud percentage) 0
Renteaanpassingen (nieuw percentage) 0
Raming leningenportefeuille 31-12-2026 131.056 2,14%

Rente

Terug naar navigatie - IV. Financiering - Rente

In de begroting 2026 wordt rekening gehouden met een totaalbedrag aan toegerekende rente van afgerond € 3,5 miljoen. De totale boekwaarde van de investeringen bedraagt per 1 januari 2026 € 234 miljoen.

Volgend schema geeft inzicht in de rentelasten externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. De methode van rentetoerekening is voorgeschreven door de commissie Besluit Begroten en Verantwoorden. 

Schema rentetoerekening 2026 (bedragen x €1.000)    
Netto rentelasten kort- en langlopende leningen   2.750
Rente over eigen vermogen en voorzieningen   509
Toe te rekenen rente aan grondexploitatie   -33
Toe te rekenen rente aan investeringen   3.226
Toe te rekenen rente via renteomslag   -3.505
     
Renteresultaat op taakveld Treasury (Voordeel) 280



Bij de gehanteerde rentesystematiek wordt de betaalde rente omgeslagen over de investeringen. Voor deze renteomslag wordt 1,5% (omslagrente) gehanteerd over 2026. Voor de bepaling van het rentetarief voor nieuw aan te trekken lang lopende leningen wordt 3,5% gehanteerd en voor de reserves en voorzieningen wordt 1,5% gehanteerd. Voor het aantrekken van kortlopende leningen is 3% gehanteerd. Het gepresenteerde verwachte rentevoordeel van € 280.000 betekent dat de gehanteerde omslagrente van 1,5% over de investeringen hoger is dan het verwachte rentepercentage dat over de financiering zal worden betaald. Het verschil bevindt zich binnen de toegestane bandbreedte, wat betekent dat een reëel rentepercentage wordt toegerekend aan de investeringen.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - IV. Financiering - Risicobeheer

De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn koersrisico’s, renterisico's en kredietrisico's. Hieronder wordt weergegeven in hoeverre deze risico’s zich bij onze gemeente voordoen en hoe de gemeente deze risico's beheerst.

Koersrisico
Het risico dat de financiële activa in waarde vermindert door negatieve koersontwikkelingen. Het koersrisico op uitgezette gelden is nihil. De gemeente heeft een netto schuld. Tijdelijke overtollig geld wordt conform de regels van het schatkistbankieren ondergebracht bij het Rijk via een rekening courant.

Renterisico
Het gevaar van ongewenste veranderingen van de (financiële) resultaten van de gemeente door rentewijzigingen. Voor korte en lange financiering gelden de Fido-normen kasgeldlimiet en de renterisiconorm. Beide worden hierna toegelicht:
 

Kasgeldlimiet
De kasgeldlimiet bepaalt de maximale omvang van de kortlopende leningen (looptijd korter dan één jaar). Bij het overschrijden van de kasgeldlimiet zal onze gemeente de korte leningen omzetten naar langlopende leningen, behalve bij incidentele tijdelijke overschrijdingen. De kasgeldlimiet mag niet met meer dan twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. Over het algemeen zijn kortlopende leningen goedkoper dan langlopende leningen en dus op korte termijn financieel aantrekkelijk. Op de lange termijn is er een renterisico, immers er is een de kans dat de herfinanciering duurder uitpakt. De kasgeldlimiet is gelimiteerd tot 8,5% van de exploitatiebegroting van de gemeente.

Kasgeldlimiet 2026 (bedragen x €1.000)  
(1): Gemiddelde vlottende schuld 13.000
(2): Gemiddelde vlottende middelen 0
(3): Nettovlottendeschuld (+) / Overschot vlottende middelen (-) (1-2) 13.000
(4): Kasgeldlimiet (8) 12.733
(5): Ruimte / overschrijding t.o.v. kasgeldlimiet (4-3) -267
   
Berekening kasgeldlimiet  
De kasgeldlimiet moet berekend worden bij aanvang van elk kalenderjaar en bij wijziging van elk percentage (post 7)  
(6): Begrotingstotaal 149.800
(7): Het bij ministriële regeling vastgestelde percentage 8,50%
(8): Kasgeldlimiet (6x7) 12.733


Uit de tabel blijkt dat de gemeente onder de vastgestelde normering voor de kasgeldlimiet blijft.

Renterisiconorm
De renterisiconorm heeft als doel om het renterisico bij herfinanciering van de langlopende leningen te beheersen. Hoe meer de aflossing van de schuld in de tijd wordt gespreid, hoe minder gevoelig de begroting wordt voor renteschokken bij herfinanciering. De renterisiconorm houdt in, dat de jaarlijks verplichte aflossingen en de renteherzieningen niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. 

Stap Variabelen (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
1) Renteherzieningen 0 0 0 0
2) Aflossingen 12.794 14.000 16.000 18.000
           
3) Renterisico (1+2) 12.794 14.000 16.000 18.000
4) =(4a x 4b/100) Renterisiconorm 29.960 29.500 29.120 29.340
           
           
5a) = ( 4>3) Ruimte onder renterisiconorm 17.166 15.580 13.120 11.340
5b) = ( 3>4) Overschrijding renterisiconorm 0 0 0 0
           
           
Berekening Renterisiconorm        
4a) Begrotingstotaal  149.800 147.900 145.600 146.700
4b) Percentage regeling 20% 20% 20% 20%


Uit de tabel blijkt dat de renterisiconorm in 2026 niet zal worden overschreden. 

Derivaten
Derivaten worden in de markt onder meer afgesloten ter afdekking van renterisico’s. De gemeente Overbetuwe maakt geen gebruik van derivaten.

Kredietrisico’s 
De gemeente loopt financieel risico omdat er leningen zijn verstrekt aan derden en omdat we garant staan voor derden. Voor de beheersing van het kredietrisico is inzicht in de verstrekte leningen en garantstellingen nodig. In de financiële verordening en het Treasurystatuut is bepaald dat uitzettingen en garanties alleen plaatsvinden, indien zij een publieke taak dienen. 
Onze gemeente zal in het begrotingsjaar 2026 over een bedrag van € 8,3 miljoen aan uitgezette leningen per 1 januari 2026 kredietrisico lopen:
-    Hypothecaire leningen verstrekt aan personeel van € 23.648 (betreffen restanten van de opgeheven regelingen).
-    Lening aan Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (SVn) van € 7,6 miljoen. Rente en aflossing zijn afhankelijk van het aantal Startersleningen. Het betreft revolverende fondsen; rente en aflossing worden aangewend voor nieuwe leningen.
-    Lening aan De Vereniging tot instandhouding en Exploitatie van “Ons Dorpshuis’’ (de Hoendrik) van € 512.089.
-    Overige leningen aan verenigingen, scholen en personeelsregelingen voor een totaalbedrag van € 188.155.
In de afgelopen jaren hebben er op verstrekte leningen door de gemeente geen wanbetalingen plaatsgevonden. Ook voor 2026 wordt het kredietrisico op de uitgezette leningen laag geacht.