Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.
Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer)
Benodigde weerstandscapaciteit (risico’s)
In onderstaande tabel wordt de waardering van de ratio weergegeven.
Waarderingscijfer |
Ratio |
Kwalificatie |
A |
> 2 |
Uitstekend |
B |
1,4 < 2,0 |
Ruim voldoende |
C |
1,0 < 1,4 |
Voldoende |
D |
0,8 < 1,0 |
Matig |
E |
0,6 < 0,8 |
Onvoldoende |
F |
< 0,6 |
Ruim onvoldoende |
De gemeente Overbetuwe streeft naar een weerstandsratio tussen de 1,4 en 2. Met deze gewenste ratio (B) krijgt het weerstandsvermogen de kwalificatie “ruim voldoende”. Deze kwalificatie sluit aan bij ons streven naar duurzaamheid en bestendigheid en is passend bij goed rentmeesterschap. Tevens streven we naar een minimum van € 10 miljoen aan algemene reserve.
Op basis van de programmabegroting 2026 is de ratio van ons incidentele weerstandsvermogen 1,8 en daarmee “Ruim voldoende”. Ten opzichte van de jaarrekening 2024 is de ratio dus iets gestegen. Indien de onttrekking van € 2,1 miljoen uit de algemene reserve voor de sluitende begroting 2026 verwerkt wordt in de weerstandsratio dan komt deze uit op 1,6. In het onderdeel Algemene Reserve van het hoofdstuk Financiële positie is het verwachte verloop van de weerstandratio opgenomen.
(Bedragen x
€ 1.000)
|
Begroting 2026
|
Begroting 2025
|
Rekening 2024
|
Begroting 2024
|
Risico's
|
9.645
|
8.985
|
10.060
|
8.690
|
Eenmalige weerstandscapaciteit
|
17.217
|
16.819
|
19.117
|
16.934
|
Ratio
|
1,8
|
1,9
|
1,7
|
1,9
|
Kwalificatie
|
Ruim voldoende
|
Ruim voldoende
|
Ruim voldoende
|
Ruim voldoende
|
Beschikbare weerstandscapaciteit
In theorie beschikt een gemeente over incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de geprognotiseerde beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2025.
Soort
|
Bedrag
|
Incidentele weerstandscapaciteit
|
|
Algemene reserve
|
€ 17.177.000
|
Stille reserves
|
€ p.m.
|
Begrotingsruimte
|
€ 0
|
Post onvoorzien
|
€ 40.000
|
Totale incidentele weerstandscapaciteit
|
€ 17.217.000
|
Structurele weerstandscapaciteit
|
|
Onbenutte belastingcapaciteit
|
€ 5.785.305
|
De algemene reserve is vrij aanwendbaar en kan worden ingezet voor onvoorziene lasten c.q. ter dekking van risico’s. Per 31 december 2025 is het saldo van de Algemene Reserve € 17.177.000.
Stille reserves zijn niet-bedrijfsgebonden eigendommen van de gemeente met een hogere waarde in het economisch verkeer dan de boekwaarde. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit, omdat een deel van de eigendommen kan worden verkocht boven de boekwaarde. Hierdoor wordt winst gerealiseerd. Deze winst kan worden ingezet ter dekking van financiële risico’s.
Als de begroting sluit met een positief saldo is sprake van begrotingsruimte. Deze kan worden ingezet voor financiële tegenvallers, zonder ingrijpende beleidswijzigingen. Op dit moment is de begrotingsruimte voor 2026 nihil, aangezien € 2,1 miljoen onttrokken wordt uit de algemene reserve voor een sluitende begroting 2026.
De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven.
Onbenutte belastingcapaciteit. De gemeente kan haar belastingen, te weten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing, voor zover deze laatste twee niet maximaal mogelijk en/of kostendekkend zijn verhogen om financiële tegenvallers op te vangen.
De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het maximale tarief van de WOZ-waarde 0,1648%, zoals opgenomen in de meicirculaire 2025.
Wanneer het gemiddelde OZB-tarief voor de gemeente lager is dan het percentage voor toelating artikel 12, is er in principe sprake van onbenutte belastingcapaciteit, immers een verhoging van het OZB percentage zal nodig zijn om voor een aanvullende uitkering in aanmerking te komen.
Percentage van de WOZ-waarde voor toelating art.12
|
0,1648%
|
Werkelijk gewogen percentage WOZ-waarde gemeente Overbetuwe
|
0,10535%
|
Onbenutte belastingcapaciteit t.o.v. norm
|
43,0%
|
Onbenutte belastingcapaciteit
|
€ 5.785.305
|
Bij de berekeningen is uitgegaan van de huidige totale WOZ-waarde van € 11.681.092.000. Het bedrag van € 5.785.305 geeft aan hoeveel de OZB-inkomsten nog maximaal verhoogd kunnen worden binnen de norm.
Omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing maximaal kostendekkend zijn, wordt bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit alleen naar de OZB gekeken.
Met betrekking tot de onbenutte belastingcapaciteit geldt dat we terughoudend zijn in het doorvoeren van belastingverhogingen. Pas als alle maatregelen geen of onvoldoende oplossingen bieden dient de mogelijkheid van verhoging belastingtarieven zich aan. Onze insteek blijft het aanbieden van een goed voorzieningenniveau tegen geringe lasten.
Benodigde weerstandscapaciteit
Het is verplicht om de risico's te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. In het kader van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit hebben we de risico’s per 1 juli 2025 geactualiseerd.
In onderstaande tabel is de benodigde weerstandscapaciteit ad € 9,6 miljoen berekend.