Bijlagen

I. Meerjarenraming + toelichting

Meerjarenraming 2020-2022

Terug naar navigatie - Meerjarenraming 2020-2022

Algemeen
Deze meerjarenraming geeft de verwachte begrotingssaldi in jaren 2020 t/m 2022. Het merendeel van de uitgangspunten is ongewijzigd overgenomen uit de meerjarenraming bij de Kadernota 2019. Enkele uitgangspunten die zijn aangepast en/of waarbij ontwikkelingen te melden zijn, lichten wij bij de betreffende onderdelen nader toe.


Aantallen woningen en inwoners
Toename aantal woningen:
In deze Programmabegroting is evenals in de Kadernota 2019 een gemiddeld aantal nieuwbouwwoningen van 175 per jaar gehanteerd. Op basis van de monitor van de afgelopen jaren, de opleveringen in 2017 (ca. 170) en de woningbouwplannen in voorbereiding is besloten om het aantal vooralsnog op 175 te handhaven. Mogelijk dat door de opgenomen ambitie in het coalitieakkoord, het streven naar een versnelde uitvoering, in een van de volgende P&C-documenten het aantal verhoogd kan worden.         


Toename aantal inwoners:
Ook is voor de toename van de aantallen woningen en inwoners het ongewijzigde verhoudingscijfer 1 : 2 toegepast. Per nieuwe woning neemt het aantal inwoners dus gemiddeld met 2 toe. Dit is per jaar 2 x 175 = 350 (was voorheen dus 2 x 125 = 250).


Hieronder treft u het cijfermatige deel van deze meerjarenraming aan en daarna korte toelichtingen op de diverse onderdelen.


I. Toelichting op de verwachte nadelen (zie corresponderende nummers in meerjarenraming)

1. Afval/riolering, 100% dekking
Geen nadere toelichting.

2. Voor afwijking nullijn maximaal € 138.000 per jaar beschikbaar
De nullijn houdt kort gezegd in dat er geen verhoging van begrotingsramingen plaatsvindt door prijsstijging en areaaluitbreiding (toename woningen/inwoners, onderhoudsbestanden wegen, plantsoenen, etc.). In deze gemeente wordt al jaren bij het opstellen van de begroting voor een deel van de ramingen de nullijn gehanteerd en is slechts een beperkte afwijking van die nullijn toegestaan. Met ingang van begrotingsjaar 2005 is in het kader van bezuinigingen het totaalbedrag voor de afwijking van de nullijn door de raad al verlaagd van € 550.000 naar € 275.000. Vervolgens is naar aanleiding van de operatie Schatgraven dit resterende bedrag met ingang van 2011 nogmaals gehalveerd en vastgesteld op maximaal € 138.000 per jaar.

Een aantal onderdelen is van de nullijn uitgezonderd (verhogingen van deze onderdelen hoeven dus niet ten laste van de € 138.000), zoals:

  1. hogere bijdragen aan samenwerkingsverbanden;
  2. hogere netto lasten sociale uitkeringen in brede zin;
  3. verhoging van de salariskosten op basis van nieuwe CAO, e.d.

Jaarlijks wordt bij de aanlevering van begrotingsgegevens aan de budgethouders gevraagd om prijsverhogingen en extra kosten van areaaluitbreiding zoveel mogelijk op te vangen binnen eigen budgetten. Op deze wijze vindt er jaarlijks organisatiebreed dus al een heroverwegings-/ efficiencyoperatie plaats op de exploitatiebegroting, waardoor prijsstijgingen en extra kosten van areaaluitbreiding over een deel van het gemeentebudget worden opgevangen.

3. Van de nullijn uitgezonderde onderdelen:
a. Ontwikkeling Personeelsbudget
In de Kadernota 2019 is voor de jaarlijkse verhoging van de premies ed. uitgegaan van 2,5% op basis van de loon- en prijsontwikkeling waar het rijk de komende jaren vanuit gaat. Dit percentage is in deze meerjarenraming ongewijzigd gebleven. Met ingang van de Kadernota 2019 is de verhoging van het aantal fte’s op basis van het aantal inwoners / Berenschot bepaald op 3,5 fte per jaar. Ook dit aantal is niet gewijzigd.


b. Toename bijdragen aan samenwerkingsverbanden
Dit betreffen hogere bijdragen aan samenwerkingsverbanden voornamelijk door toename van de aantallen inwoners. Ook wordt hierbij altijd rekening gehouden met een indexering van de bijdragen door de samenwerkingsverbanden. Vanaf de Kadernota 2019 is dit percentage verhoogd van 1,5% naar 2% vanwege de verwachte loon- en prijsontwikkeling.


c. WWB en overige sociale uitkeringen
Ten tijde van het opstellen van de Kadernota 2019 werd nog gewerkt aan een actualisatie van de  prognose van het aantal uitkeringsgerechtigden in de jaren 2019-2022. Deze actualisatie is inmiddels afgerond. Door een verwachte lagere instroom in de tweede helft van 2018 en in 2019 is het aantal voor het jaar 2019 aanzienlijk naar beneden bijgesteld. In de jaren 2020 t/m 2022 zal het aantal naar verwachting stabiel op dat niveau blijven. Daarom is bij het opstellen van deze meerjarenraming het uitgangspunt gehandhaafd dat een eventuele stijging van de uitkeringslasten in de komende jaren volledig kan worden opgevangen door een hogere algemene uitkering (door het hogere aantal uitkeringsgerechtigden) en door een stijging van het te ontvangen Rijksbudget.


4. Afbouw voordeel verkoop preferente aandelen NV Vitens
De preferente aandelen die de gemeente had van Vitens zijn eind 2005 verkocht aan deze NV. De opbrengst zal aan de gemeenten in 15 jaarlijkse termijnen worden uitbetaald (via een leningconstructie). Naast de te ontvangen jaarlijkse aflossing, ontvangt de gemeente een jaarlijkse rentevergoeding over het nog niet afgeloste deel. De eerste uitbetaling heeft plaatsgevonden in 2007. Deze jaarlijkse inkomst neemt jaarlijks af met ongeveer € 5.000 (rente over afgeloste deel voorgaand jaar). In 15 jaar zal Vitens de hele lening hebben afgelost en zullen de inkomsten hiervan dus geheel zijn afgebouwd. De laatste aflossing vindt plaats in 2021.


5. Afbouw precariobelasting nutsbedrijven
Door een besluit van het Rijk is de heffingsmogelijkheid van de precariobelasting nutsbedrijven per 1-1-2022 beëindigd. In de begroting 2017 is een structurele opbrengst geraamd van € 1.060.000. Met ingang van de begroting 2022 moet deze raming dus tot nul zijn afgebouwd. Er is gekozen voor een stapsgewijze verlaging van de geraamde opbrengst. Vanaf 2018 t/m 2021 wordt de raming jaarlijks met € 265.000 verlaagd. In die jaren zal de werkelijke opbrengst ca. € 2,7 miljoen bedragen. De hogere werkelijke opbrengst wordt in deze overgangsjaren rechtstreeks toegevoegd aan de algemene reserve. Zie ook het overzicht met de ontwikkeling van de algemene reserve. In onderstaand staatje is samengevat om welke bedragen het jaarlijks gaat.


II. Toelichting op de verwachte voordelen (zie corresponderende nummers in meerjarenramingen)

1. Algemene uitkering gemeentefonds
De ramingen van de Algemene Uitkering (AU) zijn gebaseerd op de meicirculaire 2018. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Volgens het systeem van ‘samen de trap op en samen de trap af’ hebben wijzigingen in de rijksuitgaven direct invloed op de omvang van het gemeentefonds. De jaarlijkse toename of afname van het gemeentefonds, voorvloeiend uit de trap op trap af-methode wordt het accres genoemd. In de maartcirculaire 2018, die was verwerkt in de Kadernota 2019, zaten zeer forse stijgingen van de accressen in de periode 2018-2022. Deze stijging kwam hoofdzakelijk door beleidsintensiveringen van het kabinet Rutte III en de toepassing van een hogere loon-/prijsmutatie dan in de voorgaande circulaires.

In de meicirculaire 2018 is de accresontwikkeling voor de periode van 2019 tot 2022 echter weer behoorlijk neerwaarts bijgesteld. De belangrijkste verklaring daarvoor ligt in de lagere ontwikkeling van de lonen en prijzen. De raming hiervan in het Centraal Economisch Plan (CEP) is fors lager dan die is gebruikt bij de maartcirculaire 2018. Hierdoor wordt er rijksbreed minder uitgegeven aan compensatie van lonen en prijzen en dit zorgt voor een lagere ontwikkeling van het accres. Daarnaast leidt de totale voorjaarsbesluitvorming (inclusief de lagere gasbaten als gevolg van het verminderen van de gaswinning in het Groningerveld) ook nog tot een beperkte aanpassing in de geraamde accresontwikkeling. Het nadeel van een lagere AU door een lagere loon-/prijsontwikkeling wordt uiteraard voor een deel gecompenseerd doordat wij als gemeente bij onze uitgaven ook te maken zullen krijgen met een lagere loon-/prijsontwikkeling.

Daarnaast is in de meicirculaire 2018 sprake van een andere werkwijze voor de ruimte onder het plafond BCF. Als gemeenten minder BTW declareren dan het plafond wordt de ruimte daaronder gestort in het gemeentefonds. Wordt er meer gedeclareerd dan wordt het meerdere uitgenomen uit het gemeentefonds. De aanpassing is vrij technisch van aard, maar komt er grofweg op neer dat de verwachte ruimte niet meer is meegenomen in de meerjarenraming van de AU waardoor de geraamde uitkeringsfactoren in de meicirculaire (meerjarig) substantieel naar beneden zijn bijgesteld ten opzichte van de ramingen uit voorgaande circulaires. In de nieuwe werkwijze vanaf 2019 wordt in de septembercirculaire alleen de voorlopige afrekening van het huidige jaar in de algemene uitkering wordt verwerkt waarna de definitieve afrekening over jaar T (zoals nu ook gebruikelijk is) plaatsvindt in de meicirculaire jaar T+1. De financiële consequenties hiervan zijn beperkt gebleven omdat in de Kadernota 2019 (uit voorzichtigheid) al een stelpost was opgenomen voor het BCF-plafond

In totaal komt de AU in de periode 2019-2022 ca. € 1,1 miljoen lager uit dan waar in de Kadernota 2019 vanuit was gegaan. Een groot deel daarvan (ca. € 0,5 miljoen) heeft betrekking op jaarschijf 2019 en is dus al verwerkt in de begroting 2019. De resterende verlaging van € 0,6 miljoen is verwerkt in de jaarschijven 2020 (€ 0,3 miljoen), 2021 (€ 0,2 miljoen) en 2022 (€ 0,1 miljoen) van deze meerjarenraming.

2. Toename netto OZB-opbrengsten door nieuwbouw (na aftrek korting inkomstenmaatstaf algemene uitkering)
De extra inkomsten wegens nieuwbouw zijn wat hoger dan de kortingen die het rijk toepast op de algemene uitkering via de inkomstenmaatstaf. Per saldo ontstaan er dus (relatief geringe) voordelen op deze onderdelen t.g.v. nieuwbouw.

3. Financiële ruimte door vrijval kapitaallasten, na aftrek nieuwe posten onvoorzien
Op dit onderdeel wordt de financiële ruimte geraamd die ontstaat doordat de boekwaarden van investeringen afnemen door jaarlijkse afschrijving (lagere rente en bij geheel wegvallen boekwaarde tevens vrijval afschrijvingsdeel). Aan de andere kant wordt er jaarlijks een bedrag voor “onvoorzien” geraamd in de begroting van ruim € 50.000 om kapitaallasten van nieuwe (onvoorziene) investeringen te dekken. Deze jaarlijkse raming van onvoorzien wordt in mindering gebracht op het voordeel van de vrijvallende kapitaallasten.

4. Nog niet verwerkte voordelen uit heroverwegingsoperaties
In jaarschijf 2019 was nog één te realiseren heroverwegingstaakstelling opgenomen. Dit structurele voordeel (van € 50.000) is bij de samenstelling van de begroting 2019 financieel verwerkt en ook gerealiseerd. In de jaarschijven 2020 t/m 2022 van deze meerjarenraming zijn er geen heroverwegingstaakstellingen van in het verleden opgestarte heroverwegingsoperaties die nog gerealiseerd moeten worden.

Overige mutaties:
Programma Nieuwe Lasten (PNL)
Onder dit onderdeel zijn de geraamde structurele lasten opgenomen uit het PNL bij deze Programmabegroting. In jaarschijf 2022 is een stelpost opgenomen van € 250.000.

Extra opbrengsten tariefsverhogingen
In deze meerjarenraming is uitgegaan van tariefsverhogingen van o.a. de OZB en leges van gemiddeld 1,5% per jaar.

Doorwerking begrotingssaldi
Het eindsaldo van een voorgaande jaarschijf is in deze meerjarenraming steeds verwerkt in het saldo van de volgende jaarschijf (structurele doorwerking).

II. PNL 2019-2022

III. Overzicht reserves en voorzieningen

Toelichting Reserves en Voorzieningen

Terug naar navigatie - Toelichting Reserves en Voorzieningen

Deze bijlage bevat de volgende groepen reserves en voorzieningen van deze gemeente. Bij elke reserve en voorziening treft u op de volgende pagina een korte toelichting aan met een financieel meerjarenperspectief t/m eind 2022.

I. Reserves

A. Algemene reserve

B. Bestemmingsreserves

  1. Opvang kapitaallasten investeringen
  2. Overige

II. Voorzieningen

A. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

  1. Grondexploitatie
  2. Dubieuze debiteuren
  3. Wethouderspensioenen
  4. Overige

B. Egalisatie voorzieningen (riolering/gebouwen)

C. Voorzieningen middelen derden (niet provincie/rijk) 
(geen)

 

I. Reserves

A. Algemene reserve

10001  Algemene Reserve
Bestemming:
- deels buffer voor opvang eenmalige risico’s
-
andere deel in principe vrij aanwendbare middelen om eenmalige (grote) uitgaven te dekken.
Achtergrondinformatie:  in de paragraaf weerstandsvermogen bij de programmabegroting worden o.a. de risico’s, die beslag leggen op eenmalige dekkingsmiddelen zoveel mogelijk uitgedrukt in bedragen en vindt er een confrontatie plaats met de beschikbare eenmalige dekkingsmiddelen, waarvan de algemene reserve de belangrijkste is.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

23.937.159

mutatie in 2019

2.676.072

Saldo 1-1-2020

26.613.231

mutatie in 2020

3.969.008

Saldo 1-1-2021

30.582.239

mutatie in 2021

9.168.380

Saldo 1-1-2022

39.750.619

mutatie in 2022

3.200.000

Saldo 31-12-2022

42.950.619

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Zie overzicht verderop.


B. Bestemmingsreserves (BR)

1. Bestemmingsreserves opvang kapitaallasten

12206  BR Kapitaallasten Ambtshuis
Bestemming: dekking kapitaallasten investering aankoop Ambtshuis Elst.

Achtergrondinformatie: de aankoopkosten van het ambtshuis worden in 40 jaar afgeschreven en de jaarlijkse kapitaallasten worden gedekt met de jaarlijkse rente over bovenvermelde bestemmingsreserve.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

936.819

mutatie in 2019

-27.212

Saldo 1-1-2020

909.607

mutatie in 2020

-28.029

Saldo 1-1-2021

881.578

mutatie in 2021

-28.869

Saldo 1-1-2022

852.709

mutatie in 2022

-29.735

Saldo 31-12-2022

822.974

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


12208  BR kapitaallasten Hockeycomplex     
Bestemming: dekking van de kapitaallasten van het hockeycomplex.

Achtergrondinformatie: de kapitaallasten van het hockeycomplex worden jaarlijks gedekt door onttrekkingen uit deze bestemmingsreserve. De investeringen in de aanleg van de kunstgrasvelden, was- en kleedaccommodaties en het parkeerterrein worden lineair afgeschreven in resp. 30, 40 en 20 jaar. Over de bestemmingsreserve wordt jaarlijks 2,0% rente berekend. (Rentepercentage afgestemd op percentage dat gehanteerd wordt voor de investering.)

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

1.152.293

mutatie in 2019

-68.381

Saldo 1-1-2020

1.083.912

mutatie in 2020

-68.381

Saldo 1-1-2021

1.015.531

mutatie in 2021

-68.381

Saldo 1-1-2022

947.150

mutatie in 2022

-68.381

Saldo 31-12-2022

878.769

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


12209  BR kapitaallasten Heteren-Centrum
Bestemming: dekking van een deel van de kapitaallasten van het project Heteren-Centrum.

Achtergrondinformatie: op 26 augustus 2008 heeft de raad ingestemd met het project Heteren Centrum. De kapitaallasten van dit project zullen gedeeltelijk gedekt worden door jaarlijkse onttrekkingen aan deze nieuw gevormde bestemmingsreserve.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

4.340.234

mutatie in 2019

-178.441

Saldo 1-1-2020

4.161.793

mutatie in 2020

-178.441

Saldo 1-1-2021

3.983.352

mutatie in 2021

-178.441

Saldo 1-1-2022

3.804.911

mutatie in 2022

-178.441

Saldo 31-12-2022

3.626.470

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


12210   BR kunstgras Spero       
Bestemming: dekking van de kapitaallasten van de investering kunstgras bij Spero.
Achtergrondinformatie: de kapitaallasten van één van de kunstgrasvelden van Spero worden jaarlijks gedekt door onttrekkingen uit deze bestemmingsreserve. De investering wordt lineair afgeschreven in 30 jaar. Over de bestemmingsreserve wordt jaarlijks 2,5% rente berekend. Indien het 2e trainingsveld van Spero niet omgezet zou zijn in een kunstgrasveld had de gemeente groot-onderhoud aan dit veld moeten uitvoeren. De middelen voor dit groot-onderhoud zijn gestort in deze bestemmingsreserve. Spero betaalt jaarlijks de extra lasten voor een 2e kunstgrasveld ten opzichte van de lasten van een natuurgrasveld. Het bedrag van het niet uitgevoerde groot-onderhoud valt in 15 jaar vrij ten gunste van de exploitatie.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

304.739

mutatie in 2019

-24.405

Saldo 1-1-2020

280.334

mutatie in 2020

-24.405

Saldo 1-1-2021

255.929

mutatie in 2021

-24.405

Saldo 1-1-2022

231.524

mutatie in 2022

-24.405

Saldo 31-12-2022

207.119

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


12211  BR kapitaallasten sporthal HPC
Bestemming: dekking van een gedeelte van de kapitaallasten van sporthal HPC.

Achtergrondinformatie: de raad heeft op 26 januari 2010 ingestemd met de bouw van de sporthal bij het Hendrik Pierson College. De extra kapitaallasten van de sporthal worden jaarlijks gedekt door onttrekkingen uit deze bestemmingsreserve. De investering wordt lineair afgeschreven in 15, 20 en 40 jaar tegen 2,0% rente.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

1.398.612

mutatie in 2019

-47.912

Saldo 1-1-2020

1.350.700

mutatie in 2020

-47.912

Saldo 1-1-2021

1.302.788

mutatie in 2021

-47.912

Saldo 1-1-2022

1.254.876

mutatie in 2022

-47.912

Saldo per 31-12-2022

1.206.964

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.

 

12212  BR kapitaallasten tijdelijke huisvestingsmaatregelen
Bestemming: dekking van de kapitaallasten tijdelijke huisvestingsmaatregelen.

Achtergrondinformatie: de raad heeft 3 december 2013 ingestemd met het uitvoeren van tijdelijke huisvestingsmaatregelen ter overbrugging van de periode naar een definitieve huisvestingsoplossing. Deze maatregelen betreffen voor het merendeel economische investeringen, welke op grond van de voorschriften dus moeten worden afgeschreven in meerdere jaren. De kapitaallasten van deze investeringen worden jaarlijks gedekt door onttrekkingen uit deze bestemmingsreserve. De investering wordt lineair afgeschreven in 10 jaar tegen 2,0% rente.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

312.170

mutatie in 2019

-61.900

Saldo 1-1-2020

250.270

mutatie in 2020

-61.900

Saldo 1-1-2021

188.370

mutatie in 2021

-61.900

Saldo 1-1-2022

126.470

mutaties in 2022

-61.900

Saldo per 31-12-2022

64.570

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.

 

12213  BR kapitaallasten P&R garage Elst
Bestemming: dekking van een deel van de kapitaallasten van de P&R-garage.

Achtergrondinformatie: vanuit het grondcomplex Elst Centraal (complex G071) is in 2014 een bijdrage van € 412.759 betaald aan de investering van de P&R-garage. Deze bijdrage mag op grond van de voorschriften echter niet in mindering worden gebracht op het bruto investeringsbedrag omdat het grondcomplex niet valt onder de definitie van “derden”. De bijdrage is daarom gestort in deze nieuw gevormde bestemmingsreserve kapitaallasten P&R-garage. Jaarlijks wordt een deel van deze bestemmingsreserve gebruikt ter dekking van de kapitaallasten (m.i.v. 2015).

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

396.261

mutatie in 2019

-4.599

Saldo 1-1-2020

391.662

mutatie in 2020

-4.806

Saldo 1-1-2021

386.856

mutatie in 2021

-5.022

Saldo per 1-1-2022

381.834

mutaties in 2022

-5.248

Saldo 31-12-2022

376.586

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


12214  BR kapitaallasten huisvesting
Bestemming: dekking van een deel van de kapitaallasten van nieuwe huisvesting.

Achtergrondinformatie: het gemeentehuis in Andelst is verkocht met een overwaarde (verkoopwaarde is groter dan de boekwaarde). Deze incidentele opbrengst is gestort in de nieuw gevormde bestemmingsreserve kapitaallasten huisvesting. Daarnaast was binnen de voorziening groot onderhoud gemeentelijke accommodaties een bedrag gereserveerd voor groot onderhoud in 2017/2018 van het gemeentehuis Elst. Deze onderhoudswerkzaamheden zijn echter meegenomen in de verbouwing, waardoor dit bedrag dus kon vrijvallen. Ook deze incidentele is gestort in deze bestemmingsreserve. In totaal is € 483.000 in deze bestemmingsreserve gestort. Daarmee kan jaarlijks een bedrag van € 24.739 aan kapitaallasten worden gedekt (bij 2% rente). Na 25 jaar (= de afschrijvingstermijn van de investering) is de bestemmingsreserve dan volledig ingezet.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

483.000

mutatie in 2019

-15.079

Saldo 1-1-2020

467.921

mutatie in 2020

-15.381

Saldo 1-1-2021

452.540

mutatie in 2021

-15.869

Saldo per 1-1-2022

436.851

mutaties in 2022

-16.002

Saldo 31-12-2022

420.849

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


12215 BR kapitaallasten Bemmelseweg
Bestemming: dekking van een deel van de kapitaallasten van het project Bemmelseweg.

Achtergrondinformatie: in de exploitatie van grondcomplex De Merm was rekening gehouden met een bijdrage aan het project Bemmelseweg. Op grond van de BBV-voorschriften is het echter met ingang van 2017 niet meer toegestaan om deze bijdrage op te nemen in de grondexploitatie. Dit had een positief effect van € 485.100 op de grondexploitatie van het complex De Merm (resultaat minder nadelig) waardoor dus € 485.100 kon vrijvallen uit de voorziening verliesgevende complexen. In de raming van het project Bemmelseweg is deze bijdrage echter wel nodig ter dekking van de uitgaven. De vrijval van € 485.100 is daarom gestort in de nieuw gevormde bestemmingsreserve. bestemmingsreserve kapitaallasten Bemmelseweg. Jaarlijks wordt een deel van deze bestemmingsreserve gebruikt ter dekking van de kapitaallasten. Naar verwachting zal de eerste onttrekking in 2022 plaatsvinden.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

485.100

mutatie in 2019

 

Saldo 1-1-2020

485.100

mutatie in 2020

 

Saldo 1-1-2021

485.100

mutatie in 2021

 

Saldo per 1-1-2022

485.100

mutaties in 2022

-18.990

Saldo 31-12-2022

466.110

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie boven.


2. Overige bestemmingsreserves

12106  BR Bovenwijkse voorzieningen           
Bestemming: dekking van kosten van voorzieningen, die niet alleen van belang zijn voor één bepaald gebied maar voor meerdere wijken van nut zijn.
Achtergrondinformatie: in deze reserve worden ten laste van grondexploitaties vaste bedragen per woning voor woningbouwprojecten en bedragen per m2 voor bedrijventerreinen gestort ter bekostiging van -zoals de naam al aangeeft- bovenwijkse voorzieningen. Op grond van de huidige BBV-voorschriften mogen dotaties voor bovenwijkse voorzieningen alleen nog maar plaatsvinden via de resultaatbestemming bij afsluiting van een project en dus niet meer tijdens de looptijd.  

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

1.926.966

mutatie in 2019

pm

Saldo 1-1-2020

1.926.966

mutatie in 2020

pm

Saldo 1-1-2021

1.926.966

mutatie in 2021

pm

Saldo 1-1-2022

1.926.966

mutatie in 2022

pm

Saldo 31-12-2022

1.926.966

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
In 2018 is de Nota Bovenwijkse voorzieningen geactualiseerd. Op dit moment wordt nog gewerkt aan de uitvoering van de nota. Het is daardoor nog niet exact bekend welke middelen zullen worden ingezet als (gedeeltelijke) dekking voor uit te voeren investeringen in bovenwijkse voorzieningen.


12115  BR Vervanging materiaal Openbare Werken
Bestemming: dekking kapitaallasten van investeringen van vervanging van materieel.

Achtergrondinformatie: deze bestemmingsreserve is gebaseerd op het in april 2009 door de raad vastgestelde herziene systeem van "vervanging materieel afdelingen Openbare Ruimte en Veiligheid”. Op deze wijze ontstaat er een jaarlijks gelijke belasting van het gemeentebudget, worden grote schommelingen op de afzonderlijke begrotingsposten voorkomen en is er een goede basis voor de jaarlijkse berekening van de uurtarieven van de machines en voertuigen. Bij de Najaarsnota 2014 is het nieuwe vervangingsschema 2012-2028 vastgesteld en is het onderdeel “Veiligheid” eruit gehaald in verband met de overdracht van taken naar de VGGM. In laatste kwartaal van 2018 wordt het vervangingsschema geactualiseerd.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

3.542.223

mutatie in 2019

-167.444

Saldo 1-1-2020

3.374.779

mutatie in 2020

-143.368

Saldo 1-1-2021

3.231.411

mutatie in 2021

-159.082

Saldo 1-1-2022

3.072.329

mutatie in 2022

-164.762

Saldo 31-12-2022

2.907.567

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Met ingang van 2019 is het rentepercentage voor de berekening van de kapitaallasten op 2,0% gesteld. Daarnaast wordt sinds 2017 de doorberekening van de kapitaallasten op de vervangingsinvesteringen het daaropvolgend boekjaar gestart. Deze effecten zijn meegenomen in de vermelde meerjarenraming.



12127  BR Vitens
Bestemming: opvang tekort dat is ontstaan door verkoop aandelen Vitens.

Achtergrondinformatie: in 2006 zijn de preferente aandelen Vitens aan dat bedrijf verkocht voor een bedrag van € 2.327.400. Hoewel dit bedrag gedurende vijftien jaar (in 2007 t/m 2021) in gelijke termijnen zal worden ontvangen, diende op grond van de BBV-voorschriften de gehele verkoopopbrengst te worden verantwoord in boekjaar 2006, het jaar waarin de transactie feitelijk plaatsvond. Met ingang van de begroting 2007 was echter rekening gehouden met een structurele jaarlijkse ontvangst van € 155.160 (= 1/15e deel van de verkoopopbrengst). Om te voorkomen dat vanaf 2007 in de begroting een gat zou ontstaan ter grootte van dit bedrag, is via de bestemming van het rekeningsresultaat 2006 de verkoopopbrengst gestort in een nieuw gevormde bestemmingsreserve Vitens. Gedurende vijftien jaar (voor het eerst in 2007) wordt conform de oorspronkelijke bedoeling jaarlijks een bedrag van € 155.160 aan deze bestemmingsreserve onttrokken om de begroting sluitend te krijgen.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

465.480

mutatie in 2019

-155.160

Saldo 1-1-2020

310.320

mutatie in 2020

-155.160

Saldo 1-1-2021

155.160

mutatie in 2021

-155.160

Saldo 1-1-2022

0

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Zie bij achtergrondinformatie.

 

12139   BR Afslag 38 Elst/Oosterhout
Bestemming: dekking kosten verkeerskundige aanpassingen afslag 38.

Achtergrondinformatie: de gemeente Overbetuwe moet financieel bijdragen in een verkeerskundige oplossing die leidt tot een goede ontsluiting van Park 15. Voor een goede ontsluiting zijn aanpassingen aan afslag 38 noodzakelijk.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

2.250.428

mutatie in 2019

pm

Saldo 1-1-2020

2.250.428

mutatie in 2020

pm

Saldo 1-1-2021

2.250.428

mutatie in 2021

pm

Saldo 1-1-2022

2.250.428

mutatie in 2022

pm

Saldo 31-12-2022

2.250.428

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Op dit moment is nog niet exact bekend wanneer de middelen van deze reserve zullen worden ingezet.


12143   BR Telecommunicatietoepassing
Bestemming: dekking van de kapitaallasten voor de aanschaf van de telecommunicatietoepassing en de smartphones.

Achtergrondinformatie: in het krediet voor de herhuisvestingsmaatregelen van de ambtelijke organisatie was voor de vervanging van de telefooncentrale een budget opgenomen van € 300.000. De aangeschafte integrale telecommunicatietoepassing is veel meer een digitale oplossing en zijn de exploitatielasten hoger. Het oorspronkelijke investeringsbedrag van € 300.000 is omgezet naar de BR telecommunicatietoepassing. 

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

86.803

mutatie in 2019

-46.738

Saldo 1-1-2020

40.065

mutatie in 2020

-40.065

Saldo 1-1-2021

0

Toelichting mutatie 2019-2022
De rente over het saldo per 1-1 wordt toegevoegd, De onttrekking is gelijk aan de kapitaallasten van de vermelde investeringen.


12144   BR Precario
Bestemming: dekking mogelijke terugbetaling betwist deel precarioheffing.

Achtergrondinformatie: vanaf 1 november 2014 is een precarioheffing ingevoerd. In 2015 zijn aangeslagen opgelegd voor elektriciteitsnetwerken en voor gasleidingen. Een aanslag voor het elektriciteitsnetwerk wordt betwist. In afwachting van de uitkomst hiervan is deze bestemmingsreserve gevormd via de bestemming van het rekeningresultaat 2015. 

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

1.746.000

mutatie in 2019

pm

Saldo 1-1-2020

1.746.000

mutatie in 2020

pm

 Saldo 1-1-2021

1.746.000

mutatie in 2021

pm

Saldo 1-1-2022

1.746.000

mutatie in 2022

pm

Saldo 31-12-2022

1.746.000

Toelichting mutatie 2019-2022
Een reële meerjarenprognose kan niet worden gemaakt. 


A. Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico’s

1. Grondexploitatie

23001  Voorziening verliesgevende complexen (bestemd)
Bestemming: opvang verliezen grondcomplexen.

Achtergrondinformatie: jaarlijks worden actuele berekeningen gemaakt van de grondcomplexen en wordt de stand van de voorziening afgestemd op de te verwachten verliezen.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

6.936.455

mutatie in 2019

-5.101.924

Saldo 1-1-2020

1.834.531

mutatie in 2020

0

Saldo 1-1-2021

1.834.531

mutatie in 2021

-321.818

Saldo 1-1-2022

1.512.713

mutatie in 2022

-493.518

Saldo 31-12-2022

1.019.195

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
De meerjarenraming is vooral gericht op de afwikkeling van bestaande complexen. Hierbij is geen prognose meegenomen van mogelijke nieuwe verliescomplexen in de komende jaren. Voor de complexen Elst Centraal 1e fase, Heteren-Centrum en De Merm Oost Elst zijn voorzieningen getroffen van achtereenvolgens € 5.101.924, € 321.818 en € 493.518. De planning is dat deze complexen respectievelijk per 31-12-2019, 31-12-2021 en 31-12-2022 kunnen worden afgesloten zodat genoemde bedragen in de betreffende jaren uit de voorziening gehaald zullen worden.



23002  Voorziening afgesloten complexen (vrij)
Bestemming: opvang nakomende kosten uit afgesloten grondcomplexen.

Achtergrondinformatie: behoeft geen nadere toelichting.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

203.100

Meerjarenraming kan op dit moment niet worden gegeven

 

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Een reële meerjarenprognose kan niet worden gemaakt.

 

21006  Voorziening Planschades
Bestemming: opvang kosten van planschades en kosten externe adviezen hierover.

Achtergrondinformatie: Team Beleidsrealisatie maakt jaarlijks een actueel overzicht van de verwachte planschades. Het niveau van de voorziening wordt hierop afgestemd bij het samenstellen van de jaarrekening. Het beleid van de gemeente is erop gericht om met ontwikkelaars overeenkomsten te sluiten zodat eventuele planschadeclaims voor risico zijn van de ontwikkelaar.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

15.000

mutatie in 2019

pm

Saldo 1-1-2020

15.000

mutatie in 2020

pm

Saldo 1-1-2021

15.000

mutatie in 2021

pm

Saldo 1-1-2022

15.000

mutatie in 2022

pm

Saldo 31-12-2022

15.000 

Toelichting mutatie 2019-2022
Een reële meerjarenprognose kan niet worden gemaakt.



23006  Voorziening complexen MVA
Bestemming: opvang mogelijke afwaardering complexen

Achtergrondinformatie: jaarlijks worden actuele berekeningen gemaakt van de complexen MVA en wordt de stand van de voorziening afgestemd op de te verwachten verliezen.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

1.516.887

mutatie in 2019

pm

Saldo 1-1-2020

1.516.887

mutatie in 2020

pm

Saldo 1-1-2021

1.516.887

mutatie in 2021

pm

Saldo 1-1-2022

1.516.887

mutatie in 2022

pm

Saldo 31-12-2022

1.516.887

Toelichting mutatie 2019-2022
Op dit moment is nog niet exact bekend wanneer de middelen van deze reserve zullen worden ingezet.



23007 Voorziening faciliterende projecten
Bestemming: opvang mogelijke verliezen van faciliterende projecten.

Achtergrondinformatie: jaarlijks worden actuele berekeningen gemaakt van de faciliterende projecten en wordt de stand van de voorziening afgestemd op de te verwachten verliezen.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

2.518.883

mutatie in 2019

pm

Saldo 1-1-2020

2.518.883

mutatie in 2020

pm

Saldo 1-1-2021

2.518.883

mutatie in 2021

pm

Saldo 1-1-2022

2.518.883

mutatie in 2022

pm

Saldo 31-12-2022

2.518.883

Toelichting mutatie 2019-2022
Op dit moment is nog niet exact bekend wanneer de middelen van deze reserve zullen worden ingezet.


2. Dubieuze debiteuren

21008  Voorziening dubieuze debiteuren
Bestemming: opvang verliezen uit dubieuze debiteuren.

Achtergrondinformatie: behoeft geen nadere toelichting.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

42.223

Meerjarenraming kan op dit moment niet worden gegeven

 

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Jaarlijks wordt op basis van actuele gegevens een berekening gemaakt van de noodzakelijke omvang van deze voorziening en wordt het saldo daarop afgestemd, voordat de jaarrekening wordt opgesteld. Een reële meerjarenprognose kan niet worden gemaakt.


21022  Voorziening dubieuze debiteuren belastingen
Bestemming: opvang verliezen uit dubieuze belastingdebiteuren.
Achtergrondinformatie: behoeft geen nadere toelichting.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

130.870

Meerjarenraming kan op dit moment niet worden gegeven

 

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Jaarlijks wordt op basis van actuele gegevens een berekening gemaakt van de noodzakelijke omvang van deze voorziening en wordt het saldo daarop afgestemd, voordat de jaarrekening wordt opgesteld. Een reële meerjarenprognose kan niet worden gemaakt.


21039  Voorziening dubieuze debiteuren Soza
Bestemming: opvang verliezen uit dubieuze debiteuren Soza.
Achtergrondinformatie: bijstandsvorderingen moeten op grond van de voorschriften zijn opgenomen op de balans. Omdat naar verwachting van de afdeling Sociale Zaken niet alle vorderingen kunnen worden geïncasseerd is tegelijkertijd een voorziening dubieuze debiteuren gevormd.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

2.618.877

Meerjarenraming kan op dit moment niet worden gegeven

 

Toelichting meerjarenraming 2019-2022
Jaarlijks wordt op basis van actuele gegevens een berekening gemaakt van de noodzakelijke omvang van deze voorziening en wordt het saldo daarop afgestemd, voordat de jaarrekening wordt opgesteld. Een reële meerjarenprognose kan niet worden gemaakt.


3. Wethouderspensioenen

21005 Voorziening Wethouderspensioenen                      
Bestemming: opvang van toekomstige pensioenverplichtingen van wethouders.

Achtergrondinformatie: elk jaar wordt de noodzakelijke omvang van de voorziening berekend door een extern bureau (Raet).

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

5.746.408

Meerjarenraming kan op dit moment niet worden gegeven

 

Toelichting mutatie 2019-2022
Een meerjarenperspectief is -gelet op een aantal onzekere factoren- niet te geven.

 

21036  Voorziening Nabestaandenpensioen         
Bestemming: opvang lasten nabestaandenpensioen wethouders.

Achtergrondinformatie: de stand van deze voorziening is afgestemd op ontwikkelingen van de ambtenaren CAO. In januari 2010 heeft een herberekening plaatsgevonden als gevolg van de nieuwe ambtenaren CAO. Een extern bureau (Raet) berekent de uitbetalingen aan de nabestaande.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

284.593

mutatie in 2019

- 17.428

Saldo 1-1-2020

267.165

mutatie in 2020

- 17.428

Saldo 1-1-2021

249.737

mutatie in 2021

- 17.428

Saldo 1-1-2022

232.309

mutatie in 2022

-17.428

Saldo 31-12-2022

          214.881

Toelichting mutatie 2019-2022
Op basis van de berekening van Raet is tot en met 2015 jaarlijks een bedrag van € 26.200 uitbetaald. Daarna is de jaarlijkse uitbetaling verlaagd tot € 17.428.

 

21045  Voorziening wachtgelden voormalige wethouders        
Bestemming: verschuldigde wachtgeldbetalingen voormalige wethouders.

Achtergrondinformatie: de nieuwe voorziening is afgestemd op de uit te betalen wachtgelden aan  voormalige wethouders tot aan de pensioendatum.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

192.267

mutatie in 2019

- 118.304

Saldo 1-1-2020

73.972

mutatie in 2020

-73.972

Saldo 1-1-2021

0

Toelichting mutatie 2019-2022
Zie bij achtergrondinformatie.


B. Egalisatie voorzieningen (riolering/gebouwen)

22025  Voorziening groot-onderhoud gemeentelijke accommodaties  
Bestemming: opvang/egalisatie kosten groot-onderhoud van een groot aantal gemeentelijke gebouwen.

Achtergrondinformatie: in 2017 zijn van de gemeentelijke accommodaties waarvan het groot onderhoud ten laste van deze voorziening gaat, nieuwe Meerjaren Onderhouds Planningen (MOP’s) opgesteld. Het saldo van de voorziening per 1-1-2019 en de jaarlijkse structurele storting is gebaseerd op deze nieuwe MOP’s.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

4.354.720

mutatie in 2019

420.315

Saldo 1-1-2020

4.775.035

mutatie in 2020

95.721

Saldo 1-1-2021

4.870.756

mutatie in 2021

      -17.390

Saldo 1-1-2022

4.853.366

mutatie in 2022

-1.041.983

Saldo 31-12-2022

3.811.383

Toelichting mutatie 2019-2022
De gemiddelde jaarlijkse kosten groot-onderhoud zijn € 783.301. De jaarlijkse storting is € 595.807.


22026  Voorziening Riolering 
Bestemming:
in de voorziening worden de nog niet bestede gelden van derden (c.q. rioolinkomsten) opgenomen ter beperking van noodzakelijke tariefsverhogingen rioolheffing op basis van het Gemeentelijke Riolerings Plan (GRP) en opvang van de kosten van het waterplan in de komende jaren.

Achtergrondinformatie: In 2017 is het GRP 2018-2022 vastgesteld. In dit plan zijn de noodzakelijke maatregelen op het gebied van afvalwater, regenwater en grondwater opgenomen en de financiële consequenties die daaruit voortkomen.

Meerjarenraming

 

Saldo 1-1-2019

12.834.991

mutatie in 2019

-895.454

Saldo 1-1-2020

11.939.537

mutatie in 2020

-1.024.320

Saldo 1-1-2021

10.915.217

mutatie in 2021

-1.132.153

Saldo 1-1-2022

9.783.064

mutatie in 2022

-1.200.948

Saldo 31-12-2022

8.582.116

Toelichting mutatie 2019-2022
Het gepresenteerde verloop van de voorziening is gebaseerd op de riooltarieven van 2018. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2017 werd er € 282.000 minder onttrokken aan de voorziening riolering. Op grond van het GRP leidt dit tot een eenmalige verlaging van het tarief 2019. In het najaar beslist u over de hoogte van het tarief voor 2019. De eenmalig verlaging zal dan een neerwaarts effect  hebben op de hierboven gepresenteerde omvang van de voorziening.



C. Voorzieningen middelen derden (niet van provincie/rijk)

Geen

 

Prognose verloop Algemene Reserve

 

IV-a. Overzicht Incidentele baten en lasten

IV-b. Meerjarig overzicht mutaties reserves

Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - Structurele toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Toevoegingen

2019

2020

2021

2022

Toevoeging aan reserves programma 01

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 02

70.844

70.844

70.844

70.844

Toevoeging aan reserves programma 03

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 04

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 05

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 06

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 07

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 08

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves programma 09

1.736

1.736

1.736

1.736

Toevoeging aan reserves programma 10

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves i.v.m. sociaal deelfonds

0

0

0

0

Toevoeging aan reserves alg. dekkingsmidd.

7.145

7.145

7.145

7.145

Totaal toevoegingen

79.725

79.725

79.725

79.725

         

Onttrekkingen

2019

2020

2021

2022

Onttrekkingen aan reserves programma 01

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves programma 02

146.795

146.795

146.795

146.795

Onttrekkingen aan reserves programma 03

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves programma 04

47.912

47.912

47.912

47.912

Onttrekkingen aan reserves programma 05

92.786

92.786

92.786

92.786

Onttrekkingen aan reserves programma 06

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves programma 07

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves programma 08

178.441

178.441

178.441

178.441

Onttrekkingen aan reserves programma 09

152.665

152.665

152.665

152.665

Onttrekkingen aan reserves programma 10

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves i.v.m. sociaal deelfonds

0

0

0

0

Onttrekkingen aan reserves alg. dekkingsmid.

155.160

155.160

155.160

155.160

Totaal onttrekkingen

773.759

773.759

773.759

773.759

 

In dit overzicht zijn alleen de toevoegingen en onttrekkingen opgenomen die zich voordoen in elk van de vier jaren van de meerjarenperiode.

IV-c. EMU-saldo

V. Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Terug naar navigatie - Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien

Lasten

2019

Onvoorzien:

 

- werkelijke raming onvoorzien

€                   55.000

- reeds bestemde structurele financiële ruimte

€           1.049.401

- stelposten (algemeen)

€               443.445

Totaal lasten

€          1.547.846

   

Baten

 

- dividend deelnemingen

€                209.624

- onroerende zaakbelastingen gebruikers

€                936.500

- onroerende zaakbelastingen eigenaren

€            6.292.600

- hondenbelasting

€                282.205

- reclamebelasting

€                  77.300

- precariobelastingen

€               561.250

- uitkeringen gemeentefonds

€        54.651.877

- uitkeringen sociaal deelfonds

€         7.725.072

- rentetoevoeging aan algemene dienst:

 

    - rente bestemmingsreserves

€                 278.074

    - rente voorzieningen

€                 747.905

    - rente overlopende passiva

€                      9.441

- onderuitputting

€                   70.933

Totaal baten

€         71.842.781

Tegenover de bedragen van de programma's en het bedrag voor onvoorzien

staan de algemene dekkingsmiddelen ten bedrage van afgerond € 71,8 miljoen.

 

VI. Recapitulatie baten en lasten per programma

Recapitulatie programma 4 'Onderwijs'

Terug naar navigatie - Recapitulatie programma 4 'Onderwijs'
Exploitatie Primair Begroot 2019 Begroot 2020 Begroot 2021 Begroot 2022
Lasten 5.501.905 5.501.905 5.501.905 5.501.905
Baten 175.829 175.829 175.829 175.829

Recapitulatie baten en lasten per programma

Terug naar navigatie - Recapitulatie baten en lasten per programma

 

Recapitulatie Programma's 2019      
         
Nummer Omschrijving Lasten Baten Saldo
    2019 2019 2019
1 Openbare orde en veiligheid -3.200.054 67.478 -3.132.576
2 Verkeer, vervoer en waterstaat -4.030.432 25.715 -4.004.717
3 Economische zaken -725.774 354.113 -371.661
4 Onderwijs -5.501.905 175.829 -5.326.076
5 Cultuur en recreatie -7.272.210 1.107.459 -6.164.751
6 Sociale voorzieningen en maatschapp. dienstverlening -41.524.271 9.903.413 -31.620.858
7 Volksgezondheid en milieu -8.794.471 8.376.927 -417.544
8 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting -2.653.984 1.914.978 -739.006
9 Financiën en bedrijfsvoering -14.327.044 1.044 -14.326.000
10 Algemeen bestuur -2.799.524 744.129 -2.055.395
  Totaal programma's 01 t/m 10 -90.829.669 22.671.085 -68.158.584
         
Totaal excl. alg. dekkingsmiddelen en onvoorzien en -90.829.669 22.671.085 -68.158.584
stortingen/onttrekkingen reserves      
         
Algemene dekkingsmiddelen   71.842.781 71.842.781
Onvoorzien -1.547.846   -1.547.846
         
Lasten/baten in verband met alg. dekk.midd. en onvoorz. -1.691.853 1.006.068 -685.785
         
Saldo voor toevoegingen en onttrekkingen aan reserves -94.069.368 95.519.934 1.450.566
         
         
Toevoegingen aan reserves -77.989   -77.989
Onttrekkingen aan reserves   772.023 772.023
(zie specificatie voor verdeling over de programma's)      
         
Saldo na toevoegingen en onttrekkingen aan reserves -94.147.357 96.291.957 2.144.600
-3.061.958
-3.955.982
-997.743
-5.658.772
-7.041.341
-39.894.411
-8.389.942
-2.422.056
-13.530.157
-2.685.439

VII. Specificaties mutaties in reserves per programma

Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves

Terug naar navigatie - Toevoegingen en onttrekkingen aan reserves
Toevoegingen 2019
Toevoeging aan reserves programma 01 0
Toevoeging aan reserves programma 02 70.844
Toevoeging aan reserves programma 03 0
Toevoeging aan reserves programma 04 0
Toevoeging aan reserves programma 05 0
Toevoeging aan reserves programma 06 0
Toevoeging aan reserves programma 07 0
Toevoeging aan reserves programma 08 0
Toevoeging aan reserves programma 09 1.736
Toevoeging aan reserves programma 10 0
Toevoeging aan reserves i.v.m. sociaal deelfonds 0
Toevoeging aan reserves alg. dekkingsmidd. 7.145
   
Totaal toevoegingen 79.725

 

Onttrekkingen 2019
Onttrekkingen aan reserves programma 01 0
Onttrekkingen aan reserves programma 02 146.795
Onttrekkingen aan reserves programma 03 0
Onttrekkingen aan reserves programma 04 47.912
Onttrekkingen aan reserves programma 05 92.786
Onttrekkingen aan reserves programma 06 0
Onttrekkingen aan reserves programma 07 0
Onttrekkingen aan reserves programma 08 178.441
Onttrekkingen aan reserves programma 09 152.665
Onttrekkingen aan reserves programma 10 0
Onttrekkingen aan reserves i.v.m. sociaal deelfonds 0
Onttrekkingen aan reserves alg. dekkingsmid. 155.160
   
Totaal onttrekkingen 773.759