II. Weerstandsvermogen en risicomanagement

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Voor een adequate bedrijfsvoering is het belangrijk dat we (fraude)risico’s en onzekerheden tijdig in beeld hebben en ze op een gestructureerde wijze beheersen. We nemen deel aan een samenleving die complex en aan verandering onderhevig is en dit vraagt om een passend risicobewustzijn.

Conform het Besluit Begroting en Verantwoording komt in deze paragraaf de volgende informatie aan de orde:
•    Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
•    Inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
•    Inventarisatie van de risico’s;
•    Financiële kengetallen;
•    Beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.

Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's

Terug naar navigatie - Beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico's

Een risico is een mogelijke gebeurtenis met een negatief gevolg voor de gemeentelijke doelstellingen. Door middel van een risicomanagementinformatiesysteem prioriteert, analyseert en beoordeelt de gemeentelijke organisatie risico's op systematische wijze. Aan de hand van een goed systeem van risicomanagement kunnen bestuurders en managers passende beheersmaatregelen nemen. Op basis van de inventarisatie is een risicoprofiel voor 2025 opgesteld.

De uitgangspunten van ons risicobeleid en de wijze waarop we dit beleid uitvoeren zijn beschreven in de ‘Nota risicomanagement Gemeente Overbetuwe 2023’ dat in december 2022 is vastgesteld door de raad. Een van de uitgangspunten is dat twee keer per jaar, bij de jaarstukken en de begroting, een integraal beeld geschetst wordt van de risico’s, de aanwezige weerstandscapaciteit en de ratio voor het weerstandsvermogen.

Cyclische aanpak
De gemeente Overbetuwe heeft gekozen voor een cyclische aanpak in plaats van ad hoc bij de begroting en jaarrekening, zodat risicomanagement in het DNA gaat zitten van alle medewerkers. Structureel aandacht voor risicomanagement gaat zorgen voor een hoger bewustzijn, waardoor nieuwe risico’s eerder in beeld komen en beheerst worden.

Fase 1: Kaderstelling en strategie
De kaders zijn vastgelegd in de Nota Risicomanagement 2023 Gemeente Overbetuwe.

Fase 2: Risicoanalyse
Het inventariseren van de potentiële risico’s en deze vastleggen in een risicokaart. Per risico wordt inzicht gegeven in de kans en frequentie dat een risico zich voordoet en het inschatten van het financiële gevolg (verdeeld in 5 klassen). Uiteindelijk bepaalt dit de risicoscore.

Fase 3: Beheersmaatregelen
Bij het benoemen van de risico’s worden ook de oorzaken en gevolgen van deze risico’s in beeld gebracht. Dit maakt het mogelijk om daarop eventuele beheersmaatregelen af te stemmen die het oorspronkelijke risico verkleinen of geheel wegenemen. Aan de risico’s wordt een risico-eigenaar gekoppeld die voor de invulling en uitvoering van de beheersmaatregelen zorgdraagt.

Fase 4 Monitoren en toetsen
In deze fase wordt informatie verstrekt, worden ontwikkelingen in beeld gebracht en resultaten beoordeeld.

Fase 5: Toezicht en toetsen
Risico’s worden (mede in het kader van interne controle) in verband gebracht met de beheersmaatregelen en het beschikbare weerstandsvermogen.

Fase 6: continue verbetering
Op basis van (tussentijdse) resultaten kan beleid en methodiek worden bijgesteld.

Schematisch

Rolverdeling

Terug naar navigatie - Rolverdeling

De volgende actoren hebben een rol bij risicomanagement:
•    De raad stelt de paragraaf “Weerstandsvermogen en risicobeheersing” in de begroting en jaarrekening vast;
•    Het college ziet toe op een juiste uitvoering van risicomanagement en de verantwoording daarover;
•    Het management en de ambtelijke organisatie zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het risicomanagement waarbij het identificeren van de risico’s en het uitvoeren van beheersmaatregelen de kern vormen.

Weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Weerstandsvermogen

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij horende benodigde weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De relatie tussen beide componenten wordt in onderstaande figuur weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen = Beschikbare weerstandscapaciteit (buffer)
                                                                   Benodigde weerstandscapaciteit (risico’s)

In onderstaande tabel wordt de waardering van de ratio weergegeven.

Waarderingscijfer Ratio Kwalificatie
A > 2 Uitstekend
B 1,4 < 2,0 Ruim voldoende
C 1,0 < 1,4 Voldoende
D 0,8 < 1,0 Matig
E 0,6 < 0,8 Onvoldoende
F < 0,6 Ruim onvoldoende

De gemeente Overbetuwe streeft naar een weerstandsratio tussen de 1,4 en 2. Met deze gewenste ratio (B) krijgt het weerstandsvermogen de kwalificatie “ruim voldoende”. Deze kwalificatie sluit aan bij ons streven naar duurzaamheid en bestendigheid en is passend bij goed rentmeesterschap. Tevens streven we naar een minimum van € 10 miljoen aan algemene reserve.

Op basis van de programmabegroting 2025 is de ratio van ons incidentele weerstandsvermogen 1,9 en daarmee “Ruim voldoende”. Ten opzichte van de jaarrekening 2023 is de ratio gedaald, maar nog steeds ruim voldoende. Indien de onttrekking van € 2,6 miljoen aan de algemene reserve voor de sluitende begroting 2025 verwerkt wordt in het weerstandsratio, dan komt deze uit op 1,6.

(Bedragen x € 1.000) Begroting 2025 Begroting 2024 Rekening 2023 Begroting 2023
Risico's 8.985 8.690 8.535 4.586
Eenmalige weerstandscapaciteit 16.819 16.934 18.853 18.636
Ratio 1,9 1,9 2,2 4,1
Kwalificatie Ruim voldoende Ruim voldoende Uitstekend Uitstekend


Beschikbare weerstandscapaciteit

In theorie beschikt een gemeente over incidentele en structurele weerstandscapaciteit. De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves, de begrotingspost onvoorzien en aanwezige stille reserves. De structurele weerstandscapaciteit wordt bepaald door de omvang van toekomstige bezuinigingsmogelijkheden en het onbenutte deel van de belastingcapaciteit.

In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de geprognotiseerde beschikbare weerstandscapaciteit per 31 december 2024. 

Soort Bedrag
Incidentele weerstandscapaciteit  
Algemene reserve € 16.819.000
Stille reserves € p.m.
Begrotingsruimte € 0
Post onvoorzien € 5.000
Totale incidentele weerstandscapaciteit € 16.824.000
Structurele weerstandscapaciteit  
Onbenutte belastingcapaciteit € 2.711.657

De algemene reserve is vrij aanwendbaar en kan worden ingezet voor onvoorziene lasten c.q. ter dekking van risico’s. Per 31 december 2024 is het saldo van de Algemene Reserve € 16.819.000.

Stille reserves zijn niet-bedrijfsgebonden eigendommen van de gemeente met een hogere waarde in het economisch verkeer dan de boekwaarde. Stille reserves dragen bij aan de weerstandscapaciteit, omdat een deel van de eigendommen kan worden verkocht boven de boekwaarde. Hierdoor wordt winst gerealiseerd. Deze winst kan worden ingezet ter dekking van financiële risico’s.

Als de begroting sluit met een positief saldo is sprake van begrotingsruimte. Deze kan worden ingezet voor financiële tegenvallers, zonder ingrijpende beleidswijzigingen. Op dit moment is de begrotingsruimte voor 2025 nihil, aangezien € 2,6 miljoen onttrokken wordt uit de algemene reserve voor een sluitende begroting 2025.

De post onvoorzien is ter dekking van niet voorziene uitgaven.

Onbenutte belastingcapaciteit. De gemeente kan haar belastingen, te weten: OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing, voor zover deze laatste twee niet maximaal mogelijk en/of kostendekkend zijn verhogen om financiële tegenvallers op te vangen.

De onbenutte belastingcapaciteit bij de OZB is zo groot als het verschil tussen het gehanteerde tarief en het maximale tarief van de WOZ-waarde 0,1595%. 

Wanneer het gemiddelde OZB-tarief voor de gemeente lager is dan het percentage voor toelating artikel 12, is er in principe sprake van onbenutte belastingcapaciteit, immers een verhoging van het OZB percentage zal nodig zijn om voor een aanvullende uitkering in aanmerking te komen.

Percentage van de WOZ-waarde voor toelating art.12                                      0,12037%
Werkelijk gewogen percentage WOZ-waarde gemeente Overbetuwe    0,10031%
Onbenutte belastingcapaciteit t.o.v. norm                                                                          24,5%
Onbenutte belastingcapaciteit                                                                                      € 2.711.657
                                                                  
Bij de berekeningen is uitgegaan van de huidige totale WOZ-waarde van € 11.020.077.000. Het bedrag van € 2.711.657 geeft aan hoeveel de OZB-inkomsten nog maximaal verhoogd kunnen worden binnen de norm. 

Omdat de afvalstoffenheffing en rioolheffing maximaal kostendekkend zijn, wordt bij de berekening van de onbenutte belastingcapaciteit alleen naar de OZB gekeken.

Met betrekking tot de onbenutte belastingcapaciteit geldt dat we terughoudend zijn in het doorvoeren van belastingverhogingen. Pas als alle maatregelen geen of onvoldoende oplossingen bieden dient de mogelijkheid van verhoging belastingtarieven zich aan. Onze insteek blijft het aanbieden van een goed voorzieningenniveau tegen geringe lasten.

Benodigde weerstandscapaciteit
Het is verplicht om de risico's te vermelden die de financiële positie van de gemeente kunnen beïnvloeden. In het kader van de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit hebben we de risico’s per 1 juli 2024 geactualiseerd.

Voor de begroting van 2025 zijn er ombuigingen ingevoerd die nog gerealiseerd moeten worden. Er bestaat echter een kans dat deze ombuigingen pas later zichtbaar worden in de realisatie, omdat de implementatie meer tijd in beslag kan nemen dan oorspronkelijk werd verwacht. Voor deze vertraging is geen specifiek budget gereserveerd binnen de opgenomen risico’s. Eventuele tekorten die hierdoor ontstaan, moeten gedekt worden uit risico 10.

Als de overheid besluit om de voorgenomen bezuiniging op de algemene uitkering door te voeren, zal dit invloed hebben op de begroting van 2026. In dat geval zullen aanvullende maatregelen nodig zijn om de begroting 2026 sluitend te maken. In dat geval zullen aanvullende maatregelen nodig zijn om de begroting 2026 sluitend te maken. Op dat moment wordt beoordeeld of er een nieuw risico moet worden aangemaakt.

In onderstaande tabel is de benodigde weerstandscapaciteit ad € 9 miljoen berekend.

Nr. Risico Wat? Soort risico Geschatte financiële omvang Begroting 2025 (bedragen x € 1.000)
1 Open eind regeling Sociaal Domein Het risico bestaat dat er meer wordt uitgegeven, aangezien dit openeinderegelingen zijn. De levering van zorg staat hierbij voorop. Er is sprake van een openeindregeling, waardoor het mogelijk is dat de middelen ontoereikend zullen zijn. De gemeente kan echter geen cliëntenstop afkondigen. Financieel risico 800
2 Gemeenschappelijke regeling Als deelnemer aan een verbonden partij zijn we (indirect) verantwoordelijk voor de financiële risico’s van deze partij. Financieel risico 250
3 Rijksbelastingen Geen correcte Uitvoering fiscale wetgeving (Loonheffing, Omzetbelasting en Vennootschapsbelasting). Juridisch/aansprakelijkheidsrisico 25
4 Grondexploitatie bedrijventerreinen Onzekerheid over opbrengsten en kosten als gevolg van aanpassing plan t.b.v. betere verkoopmogelijkheden voor bedrijventerreinen De Merm Oost, Spoorallee en Elst Centraal Oost. Financieel risico 560
5 Grondexploitatie woningbouwprojecten Stationsplein West: Bestemmingsplan moet nog vastgesteld worden m.a.w. planologisch risico. Financieel risico 60
6 Faciliterende grondexploitaties (circa 25 projecten) Bij enkele faciliterende grondcomplexen kunnen niet alle plankosten verhaald worden op de ontwikkelaar. Financieel risico 75
7 Calamiteiten In het geval van incidenten op “rampschaal” kan de gemeente worden geconfronteerd met flinke financiële aanspraken zoals herstelwerkzaamheden, opvang, begeleiding en compensatie van schade. Maatschappelijk risico 250
8 Juridische procedures Met juridische procedures en daaruit voortvloeiende claims kunnen hoge kosten gemoeid zijn. Financieel risico 150
9 Informatievoorziening en informatieveiligheid Verschillende cyber gerelateerde incidenten kunnen leiden tot verlies en of onbeschikbaarheid van informatie en/of systemen. Juridisch/aansprakelijkheidsrisico + financieel en bedrijfsvoeringsrisico 425
10 Overige risico's Dit betreft een inschatting van het totaal van kleine risicobedragen en de beschikbaarheid van fysieke werklocaties. Bedrijfsvoeringsrisico 500
11 Privacy Het in verkeerde handen vallen van (privacy) gevoelige informatie/ persoonsgegevens. Juridisch/aansprakelijkheidsrisico 380
12 Aantrekken en binden van personeel Het lastig kunnen vervullen van vacatures en vervanging bijvoorbeeld i.v.m. ziekte. Bedrijfsvoeringrisico 590
13 Tekort aan materieel en capaciteit De stijgende inflatie en het tekort aan grondstoffen, personeel en oplopende rente etc. op projecten en materiele kosten. Bedrijfsvoeringsrisico 3.800
14 Toename armoede (als gevolg van inflatie) door hogere kosten eerste levensbehoeften De vraag naar voorzieningen en hulp bij schulden neemt toe als gevolg van de hoge inflatie. Financieel risico/Bedrijfsvoeringsrisico 150
15 Hogere indexatie zorgkosten dan IMOC % De OVA indexatie (NVZ) ligt hoger dan de indexatie op basis van de IMOC (uitgangspunt Gemeente). Hierdoor is de kans groot dat de kosten binnen het sociaal domein hoger worden dan begroot. Financieel risico 970
Totaal 8.985

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Voor een beter inzicht in de financiële positie van de gemeenten is er een zestal wettelijke indicatoren ontwikkeld. De set kengetallen is bedoeld om raad en bestuursleden meer inzicht te geven in de financiële positie en om vergelijkingen mogelijk te maken.

Vanuit hun taak als financieel toezichthouder hebben de 12 provincies een gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK) opgesteld dat vanaf begrotingsjaar 2020 geldt. In het GTK zijn de volgende signaleringswaarden opgenomen.

Conclusie:
De ratio van het weerstandsvermogen van de gemeente Overbetuwe is voor 2025 1,9 (na verwerking van de onttrekking van de algemene reserve voor de begroting 2025 van € 2,6 miljoen: 1,6) en daarmee ruim voldoende. In de begrotingsperiode 2025-2028 is echter een dalende tendens waarneembaar als gevolg van een aantal grote investeringen (o.a. Wanmolen Zetten, Multifunctioneel Sport Complex Elst, onderwijs huisvesting) en de verwerking van de daling van de algemene uitkering in 2026 tot en met 2028.

Uitgaande van de signaleringswaarden, zoals deze door de toezichthouder worden gehanteerd, vallen de ratio’s voor 2025 in de categorie ''neutraal'' en ''minst risicovol'' met uitzondering van de solvabiliteit want die valt in de categorie “meest risicovol”. Vanaf 2026 zakt ook de netto schuldquote (door grote investeringen) en de structurele exploitatieruimte (door de grote begrotingstekorten) naar de categorie “meest risicovol”.