In het beleidsplan Sociaal Domein is in vier thema's weergegeven hoe we invulling geven aan de transformatie: 'Dichtbij', 'Bereikbaar', 'Kwaliteit' en 'Betaalbaar'.
Het sociaal domein in 2017 laat mede op basis van de vier beleidsthema's uit het nieuwe beleidsplan een gestage doorontwikkeling zien.
De ondersteuning is steeds meer 'dichtbij' onze inwoners georganiseerd. De algemene en basisvoorzieningen zijn verder uitgebouwd, waarmee we meer vrij toegankelijke ondersteuning voor onze inwoners hebben om de vraag naar maatwerkvoorzieningen te laten afnemen. Dit zien we bij de toename van hulpvragen bij de Sociale kernteams, die mede bijdragen aan de lichte daling van WMO-maatwerkvoorzieningen. Voor jeugdzorg is dit effect nog niet te zien. Daarnaast ligt er de uitdaging om het stijgende aantal mantelzorgers dat hun taken aankan, door te trekken naar het niveau van de referentiegemeenten.
Uit cliëntonderzoeken blijkt dat 80% van onze cliënten tevreden tot heel tevreden is over de 'kwaliteit' van de gemeentelijke dienstverlening voor WMO en Jeugdzorg. De ondersteuning door klantmanagers Werk & Inkomen krijgt een 7,3 en de Sociaal Kernteamleden een 7,7. Daarnaast blijft het aantal bezwaarschriften en klachten laag, ondanks de sterke toename van het aantal cliënten in het sociaal domein vanaf 2015. Kwaliteit verbeteren we ook via de inkoop en toezicht. De regionale inkoop van WMO en jeugdzorg heeft zowel tot minder administratieve lasten geleid in het aanbestedingstraject als ook tot meer zorgaanbieders die aan onze gemeente leveren. Hiermee verbreden we de keuze voor onze inwoners. Keerzijde van deze toename is dat het voor onze consulenten en inwoners lastiger wordt om het overzicht in het zorgaanbod te behouden.
De 'bereikbaarheid' van zorg is voldoende, maar biedt ook aanknopingspunten voor verbetering. De toegang naar de WMO-zorg kan begrijpelijker en beter vindbaar. Ook de kwetsbare groepen binnen de gemeente (ouderen, inwoners met schulden) zullen blijvend aandacht moeten krijgen om de ondersteuning bereikbaar te houden. Hiervoor zetten we verschillende instrumenten in die steeds meer gebruikt worden, zoals: minimabudget, collectieve ziektekostenverzekering en schuldpreventie.
Bij het thema 'betaalbaarheid' van het sociaal domein zien we een sterkere stijging van jeugdzorg dan verwacht. Het domeinen WMO laat een lichte daling in de kosten zien en Participatie blijft binnen de beleidsmatige verwachting op stabiel niveau. De stijging in jeugdzorg geldt zowel voor het aantal jeugdige zorgcliënten alsook de aard en zwaarte van de zorg. De stijging in zorgvraag komt overeen met de landelijke stijging. De sterke stijging in jeugdzorgkosten in 2017 komt vooral door verblijfszorg (onder andere de OG Heldringstichting). Verblijfszorg is een dure vorm van zorg en leent zich minder goed voor transformatie. Een deel van deze kostenstijging wordt later door het rijk gecompenseerd op basis van het historisch verdeelmodel in de jeugdzorg.
De kostenstijging benadrukt de urgentie om de zorg te transformeren. De transformatie in de jeugdzorg is het meest urgent, maar ook transformatie in de WMO en Participatie blijven onverminderd van belang om de zorg en ondersteuning nu en in de toekomst betaalbaar te houden en te anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen in het sociaal domein in de komende jaren.
De kostenstijging benadrukt de urgentie om de zorg te transformeren. De transformatie in de jeugdzorg is het meest urgent, maar ook transformatie in de WMO en Participatie blijven onverminderd van belang om de zorg en ondersteuning nu en in de toekomst betaalbaar te houden en te anticiperen op de maatschappelijke ontwikkelingen in het sociaal domein in de komende jaren.